2024

Het masterplan

Zomer 2023

De resterende dagen van de vakantie van 2023 heb ik natuurlijk niet in ledigheid doorgebracht. Ik was immers weer lekker ingefietst en begon meteen plannen te maken voor volgend jaar. Is dat niet een beetje vroeg, zult u denken. Nou ik vond van niet. In 2024 ga ik met pensioen en dat betekent dat ik ongeveer half mei op kan stappen en in theorie nooit meer hoef af te stappen. Dat laatste is om een aantal redenen niet mijn plan, maar ik vind wel dat ik dit keer een extra groot plan moet uitvoeren. Het ultieme pensioenplan, zal ik maar zeggen. Tenslotte ben ik nu nog fit genoeg voor een bijzondere onderneming (of twee of drie).

Maar waar gaat een mens dan heen? Aan de zijderoute naar Peking of een rondje Afrika ben ik mentaal nog niet toe, maar een trip van een paar maanden lijkt me wel wat.
Omdat ik vlak voor de zomer vertrek, vallen Midden en Zuid-Europa af. Daar mag je temperaturen boven de veertig graden verwachten met ernstige oververhittingsverschijnselen of uitdroging tot gevolg, als je niet al voor die tijd door een bos- of bermbrand verteerd wordt. Trouwens, het omgekeerde komt daar ook voor, in juli kun je in Italië knock-out geslagen worden of al je botten breken door hagelstenen zo groot als tennisballen. Of verzuipen in de modderstroom van een overgelopen rivier na heftige regenval.
Schotland en Ierland zijn dan meer geschikt qua klimaat, maar weer wat klein voor mijn ambities.
En zo, starend naar de kaart van Europa, viel opeens het kwartje. Natuurlijk, je moet groot denken, Hoving! Scandinavië! Dat is groot, mooi en koel!
En ik had deze woorden nog niet opgeschreven of de storm Hans trok over Noorwegen en Zweden en liet een spoor van vernielingen in de vorm van overstromingen en aardverschuivingen achter zich.

Zo ontstond, al dan niet tegen beter weten in, het volgende plan, pak de Bosatlas er even bij. Ik fiets van Zaandijk naar Hirtshals in het noorden van Denemarken. Daar neem ik de boot naar Kristiansand in Noorwegen. Dan volg ik de Eurovelo 1 langs de westkust naar de Noordkaap. Daar aangekomen maak ik een selfie met het monument en fiets dan via het begin van de Eurovelo 7 (Noordkaap-Malta) door de kop van Finland en dan langs de Sverigeleden 1 naar Haparanda aan de Botnische golf. Vervolgens zak ik af langs de Zweedse Oostkust en ga dan zo’n beetje diagonaal via Linköping naar Gothenburg of Malmö. En dan ben ik al weer bijna thuis!
Alles bij elkaar zo’n 8 a 9.000 kilometer en goed voor pakweg 4 maanden fietsen. Nou hoor ik sommigen van jullie al denken, wat een praatjesmaker, dat redt ie nooit. Nou ja, daar ga ik dan achterkomen, maar dat is nog geen reden om er niet aan te beginnen.

Ik heb er nu al zin in en moet nog tien maanden wachten voor ik kan vertrekken. Die kan ik fijn besteden aan het vervolmaken van mijn uitrusting, de aanschaf van muskietennetjes, een grote beurt voor de fiets, het infietsen van een nieuw zadel en het werken aan mijn conditie.

De bewegwijzerde en beschreven routes in NW Europa

25-4-2024 Voorbereidingen in Zaandijk

En opeens is het nog maar vijf weken tot het uur nul, het vertrek. Is er dan niets gebeurd in de tussentijd? Jawel, er is ontzettend veel gebeurd, maar het plan staat nog steeds. Ik vertrek 20 mei vanaf Zaandijk.

De fiets is geprepareerd, heeft een onderhoudsbeurt ondergaan, een nieuw zadel en nieuwe handvatten gekregen, ik moet alleen nog het achterlicht vervangen of waterdicht maken. Vorig jaar in Engeland ging het spontaan branden na een dag met stromende regen. Ik heb mijn route bepaald aan de hand van de deadline die ik heb opgekregen. Nu zul je denken, deadline? De essentie van pensioen is toch dat je geen deadlines meer hebt? Ga je eindelijk beginnen aan een fatsoenlijke vakantie en dan heb je alweer een deadline?

Maar dat zit dus zo. Afgelopen zomer heb ik Mayke leren kennen. Mayke is dol op fietsen en kamperen, maar ze heeft nog niet zoveel tijd als ik. Eigenlijk heeft ze helemaal geen tijd, maar ze wil die Noordkaap wel samen met mij zien. Dus landt Mayke op 28 juni met haar fietstassen in Tromsø, waar een fiets voor haar klaar staat bij Tromsø Outdoor. Dan fietsen we samen die laatste 526 kilometers naar de Noordkaap om een selfie te maken. Vervolgens fietsen we naar Hammerfest, zet ik Mayke op het vliegtuig en fiets dan via Alta en door een puntje Finland naar Zweden om via Zweden weer naar Zaandijk te fietsen.

Nu is de hamvraag, kan dat wel, kan ik op tijd in Tromsø zijn? Als ik uitga van een gemiddelde van 75 kilometer per dag, dan kan het. Let op, hier komt het plan op hoofdlijnen.

Zaandijk – Emmen 2 dagen

Emmen – Glückstadt 3 dagen

En hier moet ik kiezen. Ga ik verder op de snelle, maar bekende weg (zie mijn verslag uit 2017) en rijd ik door het midden van Denemarken of volg ik nu de Elbe richting de Noordzee en ga ik via de Deense westkust. Die route heb ik nog niet gehad, maar kost wel drie dagen extra. Die keus laat ik van het weer afhangen, als er tegen die tijd een straffe noordwester van een week voorspeld wordt, doe ik nog een keer de route door het binnenland. Een mens moet niet overdrijven. Maar staat er nu een goeie zuidwester, dan grijp ik mijn kans en laat mij zo naar Frederikshavn blazen. Tot slot neem ik daar de nachtboot naar Oslo.

Glückstadt – Oslo 8 dagen (of 11 dagen als ik om de west fiets).

Oslo – Trondheim 8 dagen

Trondheim – Tromsø 16 dagen

En dan ben ik ergens tussen 25 en 28 juni in Tromsø.

22-4-2024 Meer voorbereidingen in Zaandijk

Inmiddels heb ik flink geïnvesteerd in mijn uitrusting. Ik kocht een extra grondzeiltje op maat voor mijn tent. Dat moest ik in Engeland bestellen en dan zie je wat er gebeurt als een land uit de EU stapt. Opeens zijn de transportkosten en importheffingen nog hoger dan de aanschafprijs van het zeiltje zelf.

We gingen samen naar Haarlem en kochten twee aanritsbare donzen mummieslaapzakken van Exped, die tot -5 comfortabel moeten aanvoelen. Dat belooft nog wat als ik in augustus eenmaal in midden Zweden ben aangeland, dan zal ik al dat dons wel vervloeken. Maar voor de heenweg en het eerste deel van de terugweg door Lapland lijkt het me een goede investering. Omdat goede restaurants boven de poolcirkel schaars zijn, bezit ik nu ook een Primus gaskooksetje met 2 pannen van 1,3 liter en windscherm. Het weegt nauwelijks meer dan wat ik had, dus dat lijkt me wel een goede investering.

Ondertussen luister ik ook blogs van mensen die naar de Noordkaap gefietst zijn. Ze beleven het allemaal anders, maar over één ding zijn ze het eens: investeer in goede regenkleding. Dat heb ik dus gedaan, ik had al een goed waterdicht jack, maar nu ook waterdichte winterhandschoenen, een goretex regenbroek en hoge regenhoezen voor over mijn schoenen. Nu nog wat nieuwe merinoshirts en een lichtgewicht donsjack (ook zo’n tip uit de blogs) en dan ben ik er qua kleding wel klaar voor.

Een heel ander chapiter zijn de kaarten, het is niet handig om allemaal grote lappen bedrukt papier mee te nemen. Voor de heenweg heb ik een paar dunne routeboekjes, voor de terugweg door Zweden kocht ik een wegenatlas, waar ik nu alle pagina’s uitscheur die ik niet nodig denk te hebben. En uiteraard heb ik een set offline fietskaarten gedownload op mijn telefoon van alle regio’s waar ik doorheen fiets. Bovendien heb ik appjes per land met alle campings, hutten en shelters. Kortom, wat mis ik nog? Dat weet ik eigenlijk wel. Het belangrijkste dat ik nog mis zijn de kilometers in de benen. Mijn grootste prestatie dit voorjaar tot nu toe is een ritje naar Den Helder zonder bagage.

De kamperapps, het zouden er nog meer worden, waaronder Norcamp, een absolute aanrader

28-4 Zo maar wat overwegingen in Zaandijk

Ik kan me nog maar moeilijk voorstellen dat ik over een kleine maand echt vertrek. Ik verricht alle voorbereidende handelingen, koop de nodige spullen, vertel aan iedereen dat ik vertrek, maar op de een of ander manier voelt het nog steeds niet echt. Dat komt natuurlijk omdat ik nog steeds druk ben met mijn werk, er moet nog van alles af (vind ik). Bovendien hebben mensen er een handje van om te zeggen, ik weet dat je met pensioen gaat, maar zou je misschien nog even en dan volgt een heel verzoek. En ik, ijdeltuit, kan dan natuurlijk weer niet weigeren.

Om het iets concreter te maken, heb ik met Bob en Hetty in Nieuw Schoonebeek afgesproken dat ik daar woensdag 22 mei kom logeren. Dat is ongeveer 200 kilometer hier vandaan, dus dat kan natuurlijk ook in twee dagen, maar ik wil juist in het begin een beetje rustig aan doen. Volgens Google kan dat in 10 uur, maar mijn ervaring is dat je blij mag zijn met een gemiddelde van 14 kilometer per uur. Dus 15 uur fietsen is een realistischer aanname en als je van de etappes nu niet meteen werkdagen maakt, kom je vanzelf op drie dagen uit met voldoende tijd voor koffie en sightseeing.

Google optimistische schatting

Verder heb ik laatst een bezoekje aan de fysiotherapeut in Koog gebracht om te horen wat ik kan doen aan mijn zeurderige linkerknie. Die zeurt al jaren, maar vlak voor zo’n lange tocht word ik toch altijd een beetje zenuwachtig. Dat leverde een paar prettige oefeningen op, die je liggend kunt uitvoeren en een spoedcursus knieschijf tapen. Je neemt twee stroken Hansaplast kinetic tape van 15 cm en knipt ze over de lengte voor driekwart in tweeën. Dan rond je alles hoekjes netjes af. Je plakt de eerste strook met het dikke gedeelte boven de knieschijf en ligt de twee stroken links en rechts om de knieschijf heen. Dan doe je hetzelfde van onderaf net de tweede strook. Tot slot zet je nog een korte strook dwars over de patella net onder de knieschijf. Baat het niet, dan schaadt het niet en je hebt in elk geval het gevoel dat je er iets aan doet.

Na flink oefenen ziet het er acceptabel uit

Verder heb ik de route vanaf de Noordkaap tot Linköping nu uitgepuzzeld. Linköping omdat dat vanaf de Noordkaap mijn volgende bestemming is, even bij Anton langs. Om daar te komen volg ik in hoofdzaak de EV7, de Eurovelo 7. Dat is typisch weer zo’n project gefinancierd met Europees geld, dus er zijn geen gidsjes van en op bordjes langs de weg hoef je al helemaal niet te rekenen. Gelukkig biedt opencyclemaps.org uitkomst, daar staat ie op. Alleen is de betreffende kaartlaag dermate karig, dat er niks anders opzit dan er een fysieke kaart naast leggen en daar de route uittekenen. Vervolgens heb ik alle plaatsen waar je doorheen komt met de wegnummers onder elkaar gezet. Als ik die nu uitprint en lamineer, dan heb ik een onverwoestbare allweather routebeschrijving. Een uitkomst als je telefoon het niet doet, bijvoorbeeld als die (niet geheel ondenkbaar, zie 2017) in de WC gevallen is. Hieronder een voorbeeldje, de cijfers geven het aantal kilometers aan vanaf de eerste plaats in het rijtje.

6-5 Voorpret is alles – 1

Als je iets gaat ondernemen, waar een flinke voorbereidingstijd aan vast zit, kom je vanzelf in aanraking met geloof en bijgeloof. Je hoopt immers op het slagen van je onderneming en probeert zoveel mogelijk te doen, dat daaraan bijdraagt. En dat leidt soms tot conflicten tussen rede en gevoel. Misschien herken je dat wel.

Een voorbeeld. Mijn oude pakriemen worden dun en rafelig, dus ik kocht nieuwe. Dat ligt in de rede. Maar nu twijfel ik, die oude riemen hebben me sinds 2015 zo goed bijgestaan, is het nu wel verstandig om ze te vervangen door iets nieuws? Dat voelt niet goed. Roep ik geen onheil over mezelf af, door het oude dat mij zo goed gediend heeft, zomaar in te wisselen voor iets nieuws? Een onzinnige redenering natuurlijk, die ik onmiddellijk verwerp, maar in mijn achterhoofd weet ik dat in het onwaarschijnlijke geval dat zo’n riem het toch begeeft, dat ik dan meteen zal denken, zie je wel!

Een ander punt is dat inmiddels de halve Zaanstreek weet dat ik naar Noorwegen ga fietsen. Zelfs wildvreemde mensen, nou ja, mensen die ik ooit wel eens ergens ontmoet heb, spreken mij er op aan. Kortom, deze onderneming mag niet meer falen en dat legt een druk op mij, sterker nog, dat roept tegenslagen op, dat kan niet anders. Ik lig er soms ’s nachts wakker van, stel dat ik last krijg van mijn knie, ik krijg griep of mijn fiets begeeft het, wat doe ik dan? Hoe haal ik dan mijn deadline in Tromsø? Een stukje met de trein of de boot is uitgesloten, dan kan ik me niet meer in de Zaanstreek vertonen. Ik hoor ze nu al roepen, daar heb je die praatjesmaker uit Amsterdam weer. Dus dan wordt het of tegen de klippen op doorfietsen of verhuizen. En dat laatste wil ik helemaal niet, ik voel me hier juist zo thuis.

Enfin, je begrijpt dat naarmate de dag van vertrek nadert (nu nog 14 dagen om precies te zijn) de spanning stijgt en vreugde van het naderend pensioen plaats maakt voor faalangstige gedachten.

10-5 Voorpret is alles – 2

En toen gingen we toch één keertje echt kamperen, omdat kamperen in de huiskamer maar een halve voorbereiding is. We kozen Hemelvaartsdag, omdat ons dat wel zo goed uitkwam. Maar na een rondje bellen langs de Noord-Hollandse campings, bleek dat wij niet de enigen waren, die dit weekend goed uitkwam. Alles zat vol, werkelijk alles, op één mini-camping in Wormer na, de Swarthoeve. Hemelsbreed nog geen kilometer bij mijn huis vandaan. (Wat reuze handig bleek, toen ik vergeten was om de pasta in te pakken voor het avondeten). En dat is dus een hartstikke leuke camping, daar gaan we beslist nog eens naar toe! Het stikt er van de kikkers en de weidevogels en dat merkten we. In de nacht was het een gekwaak van jewelste, onder aanvoering van één kikker. Die begon telkens met een duidelijk onderscheiden kwaak, kwaak, waarna de hele sloot inviel met een soort kelig gereutel. Maar zodra de voorzanger zijn mond hield, deed de rest er ook het zwijgen toe. En al voor het aanbreken van de dag lieten de weidevogels van zich horen. De grutto’s haal je er zo tussenuit, want die roepen hun eigen naam. Van wie de andere geluiden waren, vraagt nog enige studie.

Op de Swarthoeve


De grutto


Het nieuwe kooksetje van Primus bevalt prima, maar ik ga wel grotere gastankjes kopen. Ik heb nu drie tankjes van 100 gram propaan/butaan-mix. Na weging blijkt dat je met eten koken en twee keer water koken voor koffie en thee zo 50 gram gas verstookt. Dan kan ik beter twee blikken van 230 gram meenemen of eentje van 450 gram. Dan heb je voor een week genoeg en is wel voldoende gelegenheid om tussendoor een nieuw blik in te slaan. Wat ook een goede aanschaf lijkt, zijn twee extra dry-sacks van Ortlieb voor de slaapzakken. Die nieuwe donzen slaapzakken zijn zo groot, dat je er een hele achtertas mee vult. Dan kun je ze beter achterop binden, maar dan moeten ze natuurlijk wel in een 100% waterdichte zak. De slaapzakken zelf bleken een goede aanschaf, het was ’s nachts acht graden, maar ook zonder pyamabroek kon ik nog slapen. Overigens gaat die wel mee, want het zal nog wel kouder worden dan dat, verwacht ik zo.

Tot slot ziet u twee happy campers in the morning. Hou deze foto even in gedachten om te zien of we eind juni binnen de poolcirkel ook nog zo lachen.

De happy campers

Quantified self 1

Dit is inmiddels een traditie geworden, het meten van de verondersteld heilzame uitwerking van mijn fietstochten. Nu zijn de meetresultaten de afgelopen jaren behoorlijk wisselend, misschien is het aardig om de uitslagen over 2015 – 2024 na afloop van deze tocht in beeld te brengen in een staafdiagram. Het idee is simpel, ik meet mijn gewicht en de verdeling in percentages vet, spiermassa en water. De premisse was dat het vetpercentage afneemt en het percentage spiermassa stijgt. Maar dat bleek een foute premisse. Het gaat er om dat je die percentages omrekent naar gewicht, dat moet resultaten opleveren.

Vandaag 18 mei 2024 om 15:04 mat ik de volgende waarden:

Gewicht 63,8 kilogram

Vet 17,9%

Vocht 57,7%

Spier 41,5%

Ik heb enige reserves bij deze percentages, omdat ik meestal wat beter in het vet en wat minder in de spieren zit. Maar goed, we kunnen alles wel in twijfel gaan trekken, dat is een kwaal van onze tijd. Dus laten we dat nou eens niet doen en er van uitgaan dat dit waar is. Dan mat ik ook nog de omtrek van mijn pens op navelhoogte in ontspannen toestand, die is 89 centimeter. Mijn linkerdijbeen meet 33 cm boven de knie en 47 cm onder de lies, voor het rechterdijbeen is dat 36 respectievelijk 50 centimeter.
Hoe deze cijfers eruit zien bij terugkeer? U mag erop inzetten, ik heb geen idee. Zoals u ook mag gokken tot hoever ik kom. Emmen? De Elbe? Flensburg? Oslo? Of toch gewoon die Noordkaap? Het is voor mij net zo spannend als voor u.

19-5 Ready for take-off
Ready for take off. In een rechte lijn is het precies 2.341 kilometer naar de Noordkaap. Ik fiets er wel een paar meer, maar het is wel leuk om bij te houden hoeveel elke dag fietsen me dichterbij brengt. Morgen zal er niet veel verandering ik komen, want dan fiets ik eerst een stukje naar het zuiden en dan naar het oosten. De wind is morgen Noord 2-3 dus ik start met een windje in de rug. Ik mik op Hierden bij Harderwijk, daar moet een leuke kleine camping zijn.

Garmin GPS op zonne-energie, het onderste zwarte vlak voedt de batterij op zonlicht. Ik heb hem voor vertrek opgeladen en hij is daarna niet meer in het stopcontact geweest.

20-5 Zeewolde

Gisterenavond woog ik alle tassen en de uitkomst viel me niet mee. Ik zit op ruim 24 kilo en dat is vijf kilo meer dan anders. Dat is mede te danken aan alle extra warme kleding, een groter kookstel en extra gas. Tel daar je eten dat je onderweg koopt en twee liter water bij op en je snapt mijn fronsende hoofd. Ik ben benieuwd wat mijn knieën daar van vinden.

Het vertrek

Vanmorgen zaten we precies om kwart over acht op de fiets, we dat is Mayke en ik, want ik kreeg een uitgeleide. We reden langs de rand van het Twiske naar Amsterdam Noord en vervolgens achter het Centraal Station langs naar IJburg. Volgens Mayke fiets je mooier over de Nieuwendammerdijk en de Schellingwoudebrug en ik denk dat ze gelijk heeft. Vervolgens langs de Diemerzeedijk naar Muiden en daar dronken we koffie en namen we afscheid. Of nou ja, afscheid. Eind juni zien we elkaar weer in Tromsø, ijs en weder dienende. Na het afscheid klopte ik op de Ossenmarkt aan bij Barend voor een brunch, een stevige groenteomelet. En toen moest ik het toch echt verder zelf doen. Vanaf Muiden kun je verder langs de zeedijk naar Muiderzand en dan over de Hollandse brug naar Flevoland. En dan volg je het buitendijkse fietspad langs de randmeren.

De eerste klim was op de Nesciobrug over het Amsterdam-Rijnkanaal

Geëmmer met de GPS in Muiden

Ondanks een noordoostenwind en de warmte schoot het nog best aardig op, totdat ik ter hoogte van Spakenburg besloot slim te zijn en een stuk Flevopolder door het bos af te snijden. Dat kan wel, als je de nummertjes van de fietsknooppunten maar goed onthoudt en daar ging het dus mis. Zodoende besloot ik uiteindelijk om niet meer naar Hierden te fietsen maar op de staatsbosbeheercamping van Zeewolde te gaan staan. Daar is het heerlijk rustig en er zijn nauwelijks gasten. Wat even wennen is, is het ontbreken van een beheerder, je doet zaken met een computerscherm in een hokje. Dan moet je natuurlijk weer een account aanmaken en een wachtwoord verzinnen en alle plagen van deze tijd ondergaan. Je kunt dan wel net doen alsof je een gepensioneerde nomade bent, je bent nog steeds met allerlei digitale touwtjes verbonden met de maatschappij. Wat ook typerend voor de staatsbosbeheercamping is, is het ontbreken van WC-papier in het sanitair. Gelukkig ben ik als ervaren fietser op alles voorbereid.
En mijn knieën vinden het tot nu toe OK al zeuren ze wel een beetje.

Camping Zeewolde

Afgelegde afstand: 80,6 km
Gefietste tijd: 5:58
Afstand langs de meridiaan tot de Noordkaap 2.342 kilometer.

Dag 2 21-5 Ommen

Brasserie Zeewolde leek gisterenavond het enige fatsoenlijke in de omgeving en het was het dichtstbij de camping. De meisjes van de bediening waarschuwden me, het is heel druk en het kan erg lang gaan duren. Nou leek mij de drukte reuze meevallen, althans zoveel mensen zag ik niet, dus ik waagde het er op. Het was tegen alle verwachtingen in lekker weer, dus waarom niet even geduld oefenen? Ik koos heel strategisch het currygerecht waarvan ik dacht, dat zal wel snel klaar zijn. En verdomd, binnen tien minuten had ik een bord curry voor mijn neus. Nou ja, curry? Heel veel zoete aardappel, winterpeen en drie schijfjes courgette in een currysaus met twee stukjes naan-brood. Dat kostte dan 18 euro. Ik wist niet of ik nu tevreden moest zijn met de snelle service of boos over de kwaliteit.

Vanmorgen was ik pas laat op pad, omdat ik probeerde mijn tent te drogen in de opkomende zon. Dat lukt natuurlijk maar half, dus je zit de hele tijd naar die tent te staren en je denkt nu inpakken, nou nee, nog 5 minuten wachten etc. Het is hetzelfde denkproces als met reven, je stelt het telkens maar uit. Het fietsen naar Elburg valt me niet mee, wat een wind. Eigenlijk staat er de hele dag een fikse tegenwind, dus hard gaat het niet. En je fietst in de Flevopolder langs van die eindeloos lange dijken, dus het is een ware proeve van het moreel.

Flevolandse dijken


Maar dan kom ik grote gele borden tegen met de tekst Opwekking! Ja! denk ik, dat heb ik nodig en ik spring in de pedalen. Maar helaas, de Opwekking is alweer voorbij, het is immers geen Pinksteren meer. Jammer, want ik stel me zo voor dat ik na de Opwekking zou besluiten om om te keren en naar het Heilig Land te fietsen om daar als een kruisvaarder op de fiets orde op zaken te stellen bij het graf van de Verlosser. Hoe? Dat zal de Voorzienigheid me wel laten weten als ik daar ben aangekomen.

In Elburg drink ik koffie bij een café dat een werkproject voor verstandelijk gehandicapten is, leuk om te zien hoe dat gaat. Als ik door Elburg rij, zie ik dat ik mijn fietsvest kwijt ben, maar sinds wanneer? Ik besluit toch maar een stukje terug te rijden en verdomd, daar hangt ie keurig over een fietspaaltje midden op de weg. God zegene alle Elburgers!

Het vest


Van Elburg naar Zwolle en daar lunchen bij mijn nicht Piep. Zij woont in een soort hofje en haar woning is omringd met planten in potten, zodat ze toch haar eigen voortuin heeft.

Dan is er ook wat vervelend nieuws, mijn broer Tom woont in een zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten en hij heeft een fikse blaasontsteking die ze niet onder controle krijgen. Hoge koorts en aan de zuurstof en de arts belt me om te overleggen of hij naar het ziekenhuis moet. In goed overleg besluiten we van niet, want hij trekt toch alle infusen en andere invasieve koppelingen weer uit zijn lijf, tenzij je hem continu onder zeil houdt. Hij haalt nu al voortdurend de zuurstofslang uit zijn neus en steekt hem dan in zijn mond, vertelt de arts. Dan kunnen ze hem in de instelling eigenlijk veel betere zorg geven, want dan is er continu iemand in de buurt. En als het moet, ben ik ook zo weer terug.

Voorlopig fiets ik nog even door, want het is afwachten wat er gaat gebeuren. Voor de morele ondersteuning hoef ik er in elk geval niet te zijn, want hij heeft geen idee meer wie ik ben. Maar goed, het houd me wel bezig en de onbezorgde start van mijn pensioen had ik me anders voorgesteld.

Vandaag eindig ik in Ommen op de camping. We krijgen vannacht wat regen, maar morgen is het redelijk droog en is de wind gedraaid. Yess!

Afstand 83,3
Gefietste tijd 6:02
Afstand tot de Noordkaap langs een touwtje: 2299 kilometer

22-5 Nieuw Schoonebeek

Gisterenavond at ik op een terras in Ommen lamsrumb met sla en patat. Het was gewoon een heerlijke zomeravond. Terug bij de tent las ik nog wat in De kellner en de levenden van Vestdijk. Ik had dat 50 jaar geleden als eens gelezen en was benieuwd of ik het nog even boeiend zou vinden. Los van de wat barokke schrijfstijl vind ik het nog steeds een boeiend verhaal. Tegen de tijd dat ik ging slapen sloeg het weer om. Het begon met een enorm geraas, je hoorde de wind aankomen door het bos verderop. Daarna klonken een paar donderslagen vergezeld door wat druppeltjes en toen werd het weer stil. Nou dat valt weer reuze mee dacht ik en precies op dat moment begon het te bliksemen en barstte er een enorme hoosbui los, die geleidelijk overging in een urenlange regenbui.

Om half zeven opgestaan na een onrustige nacht. Het vraagt toch enige oefening (en vertrouwen) om diep te slapen terwijl de regen op het tentdoek roffelt. Maar ik kan tevreden constateren dat de tent nog geheel waterdicht is.

Tom heeft er nu ook een longontsteking bij hoor ik vanmorgen op de voicemail. Ik besluit ze later even te bellen hoe het gaat. Wat is het heerlijk fietsen met een windje in de rug. In Hardenberg stop ik voor koffie met een croissant. De croissant komt niet, maar staat wel op de bon. Als ik dan protesteer is de reactie ja maar ik heb m echt 10 minuten geleden besteld bij de keuken.

Bospad voorbij Ommen

Ik kies bewust niet voor de meest schilderachtige route, maar pak vanaf Hardenberg het kanaal maar Coevorden, dan profiteer ik maximaal van de wind in de rug, daar heb ik wel behoefte aan. Vanaf Coevorden loopt een mooie route precies over de grens naar Nieuw Schoonebeek. Daar wonen Bob en Hetty bij wie ik vannacht logeer. Bob ken ik sinds ik als driejarige peuter voor het eerst op straat mocht spelen, hij woonde bij mij om de hoek

Duitse jaknikkers pal over de grens die hier gevormd wordt door een sloot

Als we net geluncht hebben, belt de arts weer voor overleg. Mijn broer gaat hard achteruit en reageert niet op medicatie. We besluiten om hem in de instelling te houden omdat een ziekenhuisopname meer kwaad dan goed zal doen. Zij verwacht dat hij binnen enkele dagen zal overlijden. Ik besluit om mijn fiets en bagage bij Bob en Hetty te laten en morgen terug te gaan. Maar al na een paar uur belt de arts opnieuw om te vertellen dat Tom is overleden. Hij had wat pap gegeten, was gaan liggen en vertrok. Ik ga morgen terug om de begrafenis te regelen en alle zaken af te handelen die bij het overlijden horen.

Er was nog tijd voor het Veenmuseum in Barger Compascuum


Afstand: 55,43
Tijd: 4:25
Afstand tot de Noordkaap zoals een vogel vliegt: 2271 kilometer

25-5 Intermezzo

Ik ben weer terug waar ik afgelopen maandag begonnen ben, in Zaandijk. Wanneer ik mijn reis kan hervatten, weet ik nog niet. Mijn broer wordt op 31 mei gecremeerd, dus ik ga er vanuit dat ik na dat weekend weer in Nieuwe Schoonebeek op de fiets stap.

Nu is er de bijzondere situatie ontstaan, dat ik mijn deadline in Tromsø op 29 juni niet meer ga halen. Dat was al een vrij strak schema, maar nu ontstaat er een gat van minstens 11 dagen, zo’n 825 kilometer. Dat is de afstand tussen Nieuw Schoonebeek en Frederikshaven. Dat maak ik niet meer goed of ik moet het daggemiddelde opschroeven naar ruim 100 kilometer per dag. Dat gaat alleen lukken als ik mijn bagage reduceer tot een tandenborstel en een creditcard, maar dat was niet mijn plan. Ik heb niks tegen een nachtje in een hotel, maar het kamperen is een onmisbaar onderdeel van deze onderneming.

In de komende week moeten Mayke en ik de alle opties maar eens doornemen. Die lopen uiteen van alles twee weken opschuiven tot een hele andere bestemming kiezen, zodat Mayke en ik deze zomer toch met elkaar kunnen fietsen. In dat laatste geval stel ik de Noordkaap een jaartje uit, want die loopt niet weg. Zodra we daar een besluit over hebben genomen, pak ik de draad van dit blog weer op.

1-6 Kleine update

Afgelopen week stond helemaal in het teken van de uitvaart van mijn broer Tom. Na een ontroerend afscheid met de bewoners van Dennendal vorige week, hebben we gister met familie en vrienden afscheid genomen.

Tom in 2023

Mijn plan is wat gewijzigd maar het is nog steeds plan A. Mayke vond nog een vrije periode in haar zomer en heeft haar vliegticket kunnen verzetten.
Maandag 3 juni vertrek ik vanuit Nieuw Schoonebeek richting Denemarken. Mayke landt op 21 juli in Tromsø, zodat ik per saldo 48 dagen de tijd heb om daar te komen. Als ik 2.700 kilometer deel door 48 dagen, dan hoef ik maar 56 kilometer per dag te fietsen. Dat is wel heel erg weinig, maar ik zie een leuke kans. Als ik in Denemarken langs de westkust fiets, dan zie ik nog eens wat nieuws, want anders zijn die eerste 1.000 kilometer vooral een herhaling van 2017.

Er komt dan 200 kilometer bij en de gemiddelde dagafstand stijgt naar ruim 60 kilometer. Dat lijkt mij een heel acceptabel gemiddelde voor een parcours waarvan de eerste 1.000 kilometer hoofdzakelijk vlak zijn. Op hoofdlijnen ziet de trip er nu zo uit:

3 juni start Nieuw Schoonebeek – Frederikshaven 1200 kilometer = 14 dagen
17 juni Oslo – Trondheim 600 km = 9 dagen
26 juni Trondheim – Tromsø 1174 km = 18 dagen

Dan ben ik in principe 14-7 in Tromsø en heb ik nog een week speling. Dus vanaf maandag 3 juni pak ik hier de draad weer op.

2-6 Nieuw Schoonebeek

Gisterenavond trakteerde ik mezelf op een concert in de Vermaning van Zaandam, ze speelden pianotrio’s van drie B’s, Beethoven, Bloch en Brahms. Mayke zat in het vliegtuig naar Sjanghai, dus ik moest mezelf vermaken deze tweede laatste avond. Het stuk van Brahms sprak de zaal (nou ja, er waren hooguit 25 mensen) het meest aan, daar ontstond een bijzondere dynamiek tussen de musici. Mag ik hier even reclame maken voor de Nieuwe Huys concerten, die in de Vermaning gegeven worden? Ze weten altijd bijzondere ensembles te strikken voor een optreden waar vaak maar 15 of 20 mensen op afkomen. Dat is echt ten onrechte.
Het was een mooi slot van een emotionele week.

Het is nu een stuk kouder dan twee weken geleden, het is grijs en er staat een stevige noordenwind. Ik denk dat die landinwaarts wel iets minder hard zal waaien, we gaan het zien. ‘s Morgens om tien uur op het stationnetje van Zaandijk is het in elk geval nog behoorlijk fris. Ik ga weer naar Coevorden waar Bob en Hetty me weer ophalen van het station.

De route door Denemarken blijft een gokje, er staat de hele volgende week een harde westenwind aan de Deense kust zo tussen 4-7 bft. Het is maar net hoe dat uitpakt, als ie net iets zuidelijker wordt, is het feest, maar kiest die een beetje noordelijker hoek, dan ben je de sjaak. Gelukkig hoef ik pas woensdag of donderdag te beslissen, wie weet hoe het dan er voor staat. De komende twee-drie dagen lijkt de wind hoofdzakelijk westzuidwest te staan, wat natuurlijk reuze gunstig is.

Vandaag ben ik dan echt 67 geworden, zevenenzestig! en treed ik toe tot het legioen der veteranen, die hun beste jaren voor het vaderland gegeven hebben en naar wie in dankbaarheid wordt opgekeken door het Nederlandse volk. Onze beloning bestaat uit een staatspensioentje, dat de vaste lasten van ons bestaan dekt.

Ik heb nu 4 maanden de tijd om te bedenken hoe ik de komende jaren verder wil invullen. Vooralsnog heb ik me alleen aan wat bestuurswerk gecommitteerd en is er voldoende ruimte om weer iets te gaan leren of nog wat betaalde klussen te doen. Het leukste is natuurlijk om iets heel nieuws te gaan doen en daar dan ook nog wat geld mee te generen. Maar dan moet ik geen boeken gaan schrijven, want het schijnt dat uitgevers overspoeld worden met manuscripten van gepensioneerden. Dan kan ik beter proberen influencer te worden en mijn geld verdienen met het aanprijzen van steunkousen, zalf tegen de jicht en erectiepillen op basis van inheemse kruiden uit de Kalverpolder. Ik zie daar wel mogelijkheden en een mooie samenwerking met de Zaanse Schans. Want daar hebben ze nog geen authentieke Zaanse heelmeesterspraktijk. De stichting Kalverpolder levert de kruiden aan, de molenaars vermaken die tot zalf en de weverij fabriceert de steunkousen. Win-win-win.

Smalspoormuseum in Weiteveen

3-6 Sedelsberg

Gisterenavond aten we sushi in Emmen volgens een ondoorgrondelijk tariefmodel. Het lijkt zo te werken, je betaalt een prijs persoon per half uur. Daarvoor mag je zoveel eten als je kunt, maar als je in dat halve uur niks eet en alleen maar kletst, ben je dat geld ook kwijt. Voor de drankjes en de betere hapjes gelden toeslagen, dus een beetje roergebakken rundvlees bijvoorbeeld, kost 3,50. Zo kwamen wij uiteindelijk op iets van 50 euro de man, en wat we nou precies gegeten hebben? Geen idee, je bestelt alles via een ipad op tafel, die fotootjes van de hapjes laat zien. Dus je klikt aan wat er lekker uit ziet en 3 minuten later staat het op tafel. “Wat heb jij?” “Dat weet ik niet precies, iets met zeewier geloof ik, maar lekker hoor”.

Vanmorgen rijd ik om half negen weg richting Meppen. Op advies van Bob en Hetty neem ik niet de directe weg, maar een knooppuntenroute en ik moet zeggen, het is een prachtig coulissenlandschap. In Meppen koffie met een croissant en meteen een degelijk en loodzwaar Duits Landesbrot ingeslagen, daar kun je op fietsen.

In de reeks eigenaardige kerktorens


Onderweg lunch ik Brüneforth aan een vijvertje bij een oude watermolen en een openluchtkapel, waarvan het dak uit gebogen takken bestaat. En er is, o leve het buitenland, een toiletgebouwtje met warm en koud stromend water en wc-papier, alles keurig gepoetst. En het kost niks. Waarom is zoiets in Nederland ondenkbaar?

Waarom dit de Brüneforth heet, laat zich raden


Openluchtkapel

Ik gebruik de lunch om me te oriënteren op een camping en dat valt niet mee. Opgedoekt, Ruhetag, of gewoon geen zin vandaag om de telefoon op te nemen. Ik besluit gewoon richting Frysoithe te rijden, als ik dan onderweg niks tegenkom, dan is daar vast wel een hotel. Het is trouwens heerlijk fietsen vandaag, zacht glooiende heuvels en windje in de rug, ik hou het tempo er zo wel in. In buurt van Frysoithe gekomen, besluit ik de hotels aldaar te bellen, maar die nemen niet op. Ik probeer een paar Gästhause, maar met hetzelfde resultaat. Dan zie ik dat er een mini-camping is, hier niet zo ver vandaan. Die nemen ook niet op, maar ik besluit er toch naar toe te fietsen. En verdomd, na tien minuten word ik teruggebeld en in het Nederlands te woord gestaan. “Wilt u een kampeerplek of een kamer?” “Nou doe mij maar een kamer!”

Achter het linkerraampje op de eerste verdieping slaap ik


Morgen doe ik rustiger aan en fiets ik maar een klein stukje en ga ik onderweg wat musea bekijken (volgens het boekje kom ik langs wat interessante plekken).

Afgelegde afstand: 98,8 km
Afstand in een rechte lijn naar de Noordkaap: 2211 kilometer

4-6 Mollberg

Gisterenavond at ik in Scharrel bij Casa Nostra, the best pizzeria in town. Dat kan kloppen, want het was de enige Imbiss in dit gat. Ik begon met een groot ovaal bord ijsbergsla met tomaten, komkommer en feta afgedekt met een royale laag echte ouderwetse slasaus. Daarna lasagna bolognese die was afgewerkt met fonduekaas.

En verdomd, toen ik weer buiten kwam, regende het en ik moest dus zeven kilometer terug door de regen fietsen naar mijn onderkomen. Daar keek ik nog een beetje Duitse rampentv over de overstromingen in Beieren en koos een nieuw boek op mijn e-reader. Dat werd De meester en Margarita van Boelgakov. Ik heb dat een jaar of tien geleden gelezen en ik was er toen erg van onder de indruk en het leek me de moeite waard om het nog eens te lezen. En het eerste hoofdstuk stelt niet teleur, ik zat er meteen weer middenin.

Ik moet de dag vandaag een beetje uitsmeren, want mijn doel ligt maar 45 kilometer verderop. Dat is een bed and breakfast waar ik zeven jaar geleden ook overnacht heb, absoluut top. Dat heb ik gisteren in al mijn wijsheid alvast online geboekt, ik had geen zin in weer zo’n langdurige belronde. Dat uitsmeren valt me nog niet mee, want het is weer een koele dag met een klein windje in de rug en ik zit zo op de 20 per uur. Ik sta dus pas om kwart over zeven op, neem alle tijd voor het ontbijt in het keukentje beneden en na een praatje met de gastvrouw stap ik op.

Bij de eerste kruising moet ik linksaf en er staat een versperring zo half over de weg, daar kan ik makkelijk omheen. Na een kilometer ontwaar ik in de verte een grote vrachtwagen midden op de weg. Nou daar kan ik wel langs. Iets dichterbij gekomen lijkt de weg natgespoten, denk ik, tot het geluid van pleisters die losgetrokken worden me doet beseffen dat er wat anders aan de hand is. Ik stop en zet een voet op de grond, die maar moeilijk weer los komt. Aha, nu valt het kwartje, foute boel, vers asfalt! Omkeren en wegwezen. Enfin, ik heb nu een extra anti-leklaag op mijn banden.

In het kader van mijn langzaamaanactie breng ik een bezoek aan het oude tolhuis bij Godenholt. Helaas, pindakaas, je kunt wel over het terrein lopen en een oude boerenwagen bewonderen, maar verder is alles op slot.

Niet getreurd, op naar de volgende bezienswaardigheid, de watermolen van Howiek. Dat is hetzelfde verhaal, alles dicht, je ziet alleen een houten schuur met een groot met spinnewebben bedekt rad boven een droge greppel. En zo moet ik nog ontzettend mijn best doen met tussenstops, om niet veel te vroeg bij het bed and breakfast van vandaag aan te komen.

Watermolen van Howiek

Dus ik stop bij elke bakker voor koffie of thee met wen broodje erbij. In Torsholt raak ik aan de praat met een vader en dochter met Down, die samen op de tandem fietstochtjes maken. Dat deed mijn vader vroeger ook wel met Tommie, toen ze allebei nog fit en lenig waren. Nu heb ik nog één troef achter de hand, de middeleeuwse vestingkerk van Westerstede. Die moet de omweg waard zijn. Ik kan het orgel horen spelen als ik voor de kerkdeur sta, maar die gaat niet open. Wel kan ik binnen orgelspel horen. Dan eerst maar een rondje om de kerk en op een informatiebord lees ik dat de kerk ‘s morgens en ‘s middags twee uur open is, er staat alleen niet bij hoe laat. Op naar de VVV maar die heeft Mittagsruhe tot twee uur.

Klokketoren in Westerstede

Dan nog maar een kopje thee en een rondje door het centrum van Westerstede. Als de VVV open is, hoor ik dat de kerk van vier tot zes te bezoeken is. Ik wil me al weer omdraaien als het meisje zegt, als u uw paspoort hier laat, krijgt u de sleutel van me. En niet het altaar betreden, want dan gaat het alarm af. En zo geraakte ik toch nog binnen, kon een paar prachtige middeleeuwse muurschilderingen bewonderen en nog van een stukje orgelspel genieten.


Daarna was het nog een uurtje fietsen naar pension Hof Mollberg.

De heilige Barbara


Een nog te identificeren heilige


Ereplaatsen voor de gegoede burgerij



Een dragonergefreite is een infanterist, die zowel te paard al te voet kan gaan. Blijkbaar had deze onfortuinlijke soldaat voor één jaar getekend.

Afgelegde afstand: 59,3 kilometer
Afstand hemelsbreed naar de Noordkaap: 2.179 km

5-6 Hemmoor

Het was weer een hartelijke ontvangst gisteren in Hof Mollberg. Het was dezelfde dame als zeven jaar geleden, maar dit keer niet in bikini, daar was het te koud voor. Ik werd in de tuin geplant met een kop thee en toen ik vroeg waar ik lekker kon eten, reserveerde ze een tafeltje in een restaurant voor me met verse asperges op het menu. Toen ik de kamer inliep, snapte ik waarom het niet meer zo goedkoop was als ik mij herinnerde, want deze kamer was minstens twee keer zo groot dan de kamer die ik destijds had. De duurste kamer was blijkbaar als laatste over. Enfin, ik neem het er maar even van, straks in Scandinavië zijn de kamers niet meer te betalen en wordt het leven een stuk spartaanser.

Met Mayke wissel ik appjes uit, maar omdat het in Sjanghai zes uur later is dan hier, lopen we nogal uit de pas. Het beste moment is vijf uur in de middag, dan zijn we allebei online. Zij gaat dan bijna slapen en ik zit dan te bedenken wat en waar ik ga eten. Deze avond was dat dus al op voorhand geregeld en ik at een perfect bereide rumpsteak met asperges, aardappelen en hollandaise saus. En hier liep ik weer tegen de kwestie van het bier vooraf aan. Je moet dat meteen bij binnenkomst bestellen en dan op hebben voordat je hoofdgerecht komt. Dat lukt haast niet of het moet wel een heel complex hoofdgerecht zijn. Dus in plaats van een glas weissburgunder bij de asperges, werd het de tweede helft van het bier. Dat is toch net iets minder chique.

Het vraagstuk waar slaap ik morgen is nog niet zo makkelijk opgelost. De Fährkrug in Osten bestaat blijkbaar niet meer, dat was een perfect hotelletje met visrestaurant, met als enige nadeel die avond dat je alles contant moest afrekenen en de pinautomaat een kwartier fietsen verderop was.

Om kwart over acht ben ik op weg, het gaat best soepel vandaag met die meewind. Om iets voor tienen zit ik bij de bakker in Ovelgönne aan de koffie. Vandaag maar eens wat meer kilometers maken en alle eiwitten van gisteren omzetten in spiervezels, denk ik zo. Op het veer over de Weser sta ik met een groepje vrouwen van in de 40 op racefietsen met superlichte bepakking. Ik kijk er jaloers naar, maar die gaan vast geen vier maanden op pad.




Weserfähre

Rond lunchtijd doemt een nieuw probleem op, de dorpen waar ik doorheen fiets hebben geen bakker, of die heeft zelf lunchpauze en die nemen ze dan van 12 tot 2. Dat wordt een zelf gesmeerd boterhammetje langs de weg en een gesprekje met Mayke. Stom toevallig zet ik mijn telefoon aan omdat ik op zoek ben naar een plek om te eten en daar verschijnt een appje, zullen we even bellen, dat maakt de middag toch weer goed.


Heb je honger en zoek je een bakker of een imbiss, vind je dit

Ik besluit te mikken op Osten, daar zijn twee pensions. Maar ik kom er in de loop van de dag achter dat dat niet zomaar geregeld is, of liever gezegd, niet te regelen is. In Osten neemt gewoon niemand op, dus ik werk het lijstje met overnachtingsadressen in het fietsgidsje achterstevoren af en van de zeven adressen die ik probeer, neemt er maar een de telefoon op en die zit al vol. In Armstorf kom ik langs een huis met een enorm bord in de tuin: Zimmervermietung. Hoewel de sleutels in de voordeur hangen doet niemand open als ik aanbel. Er zit niks anders op dan toch maar te gaan kamperen in Hemmoor. Als ik daar op de camping aankom, staan de vrouwen van het Weserveer bij de receptie. Nou, die zullen wel een andere route genomen hebben, denk ik zo.

De weersvoorspellingen voor de Deense westkust zijn niet zo gunstig, harde westenwind en veel regen, terwijl die voor de oostkust er beter uitzien. Ik besluit toch de binnenlandse route te nemen en bewaar de westkust wel voor de terugweg

Afgelegde afstand: 116 km
Gefietste tijd: 8 uur
Afstand tot de Noordkaap langs het touwtje: 2112 km

6-6 Itzehoe

Het was gisteren een beetje zoeken naar een geschikt restaurant, waar je fatsoenlijk kon eten. Eigenlijk was dat alleen een Aziaat, maar daar kon ik mijn fiets alleen maar kwijt op een soort openbaar parkeerterrein annex vuilstort en dat leek me geen goed plan. Toen vond ik een Libanees met de uitstraling van een verzekeringskantoor, grote ramen met dikke grijze vitrages en je had geen idee of daar mensen binnen zaten te eten of te boekhouden. Uiteindelijk werd het een pizzabakker met een houtoven (de vierde waar ik langs kwam). Het was een prima pizza (qua calorieën) met rauwe ham en een grote bol burrata.

Als ik wakker word, is het al kwart over zeven, de zon schijnt maar het is behoorlijk koud door de wond die er staat. Elk nadeel heb zijn voordeel, want door die wind heeft de tent geen last van condens en kan ik hem zo inpakken. Ik had het vannacht maar net warm genoeg in mijn nieuwe donzen slaapzak. Maar er was 7 graden voorspeld en dan is het niet slecht dat ik bij die wind lekker geslapen heb. Op weg naar Osten wil ik een kopje koffie bij een bakker en ik slinger een beetje door het dorp, maar er zijn geen bakkers waar ik fiets. Bij het stationscafé kan ik voor 3 euro een slappe capuccino krijgen, waarvan de smaak me herinnert aan de voedselvergiftiging die ik ooit in Praag heb opgelopen.

In Osten zelf bezoek ik het kerkje met een heel apart interieur, het heeft rondom een soort van loges, afgescheiden met vensters. In één van die loges ligt een oud houten boegbeeld te wachten op betere tijden.



Een oud boegbeeld in haar glazen rustplaats

Onderweg haal ik ik drie Duitse leeftijdsgenoten in, die net foto’s staan te maken. Een paar kilometer verderop is er een winkeltje in een eenzaam huis aan de weg. Ik stop, want volgens het gidsje kun je hier koffie krijgen. Dat klopt, maar of ik dan wel de bejaarde eigenaresse even wil helpen met de banken in de zon te zetten. Als we daarmee bezig zijn, komen de drie heren aanfietsen en die willen ook wel koffie. Dat levert een leuk gesprek op over fietsen in Duitsland. Zij fietsen een week van pension naar pension en hebben alles van te voren geboekt. Na mijn opmerking dat ze nergens de telefoon opnemen, beginnen ze te lachen. Dat is een heel herkenbare ervaring. Een van de drie heeft jaren vlak bij Venlo gewoond en vertelde dat je na het EK van 1972 als Duitser in Venlo geen boodschappen kon gaan doen, zonder je auto beschadigd terug te vinden.

Na de koffie is het nog een half uurtje naar het Elbeveer. Dan is het toch fijn als je die enorme file voorbij kunt fietsen en als eerste mag opstappen en afstappen. Op het veer raak ik aan de praat met een Zwitserse dame, die met twee kleine tassen fietst en zich verwondert over mijn hoeveelheid bagage. Ik leg uit dat het voor 4 maanden is, ik een tent en kookspullen mee heb en warme kleren. Ondertussen kijk ik jaloers naar haar lichte fiets.

Boven Glückstad pakken zich donkere wolken samen als ik aan de lunch zit op het marktplein. Dat doet me denken aan 7 jaar geleden toen ik kort voorbij Glückstadt compleet verzoop in een hoosbui. Gelukkig ga ik vandaag niet verder dan Idzehoe en ik heb daar al een hotelletje besproken, dus van mij mag het regenen.

Het fietst best lekker in de luwte van de dijk langs de Stör, een zijtak van de Elbe. Totdat ik de dijk opgestuurd wordt over een soort voetpad, waar ik mijn fiets tegenop moet zeulen, waarna zich een paadje ontvouwt, bestaande uit een door schapen uitgesleten spoor in het gras. Alles goed en wel als het om natuurbeleving gaat, maar dit gaat mij te ver. Het risico dat ik van de dijk afwaai is minstens even groot als de kans op een beurs achterwerk waar ik nog een week last van hou. Dus ik daal voetje voor voetje weer af en bedenk mijn eigen route naar het volgende dorpje.

Wat ik deze route vermijd, is het fotograferen van dezelfde objecten als zeven jaar geleden. Daarop maak ik één uitzondering, het zelf getimmerde bushokje met twee fauteuils bij een plattelandssmederij, en dat is omdat ik graag wil weten of het delfde stoelen zijn. En het antwoord is…… even opzoeken op fransopdefiets.nl hoofdstuk 2017 Den stora planen….. Nee, er staan nu andere stoelen, maar wel van dezelfde stylist.

Nieuwe stoelen

Ik kom nog even in de verleiding als ik in Hodorf langs een schattig dijkhuisje kom met een bord minicamping en zimmer frei, maar dan moet ik vanavond gevriesdroogde Thaise curryrijst uit een zak eten, terwijl ik gisteren ook al niet best gedineerd heb. Dus ik ga toch voor Itzehoe met zijn restaurants.

Dat hotelletje is dus reuzegroot en wat ook fijn is, de beloofde regen laat het afweten. Ik loop nog een rondje door de stad, maar het is, op een enorm bakstenen gevaarte van een barokkerk na, nogal een armoedige boel. Die kerk is in feite een enorme hal met een galerij afgezet met ramen en met daarin een niet te bevatten altaar zo groot en vol met houtsnijwerk, net als de preekstoel en de doopvont. Ik fotografeer wat fragmenten, want voor het geheel heb je een technische camera nodig. En dan te bedenken dat hier in de 12e eeuw een klein middeleeuws kerkje heeft gestaan. Het aantal gelovigen dat nu nog over is, zou daar makkelijk in passen.


Rijk verguld snijwerk

Wie van de twee zou jij je als geestelijk leidsman wensen? Beide heren waren voorzitter van het plaatselijk kapittel.

Dit is dus best een lastig gebied als het op overnachten aankomt, ik herhaal het nog maar eens. Er zijn hier maar weinig campings en hotels. De particuliere adressen zijn vaak niet bereikbaar via de telefoon. Morgen wordt het weer een kort ritje naar een soort camping die ook wijnvaten verhuurt om in te slapen. Die moeten niet duur zijn en wie weet ruiken ze nog lekker.

Van daaruit is het dan iets van 80 kilometer naar de volgende camping, wat een prima afstand is.

Gefietste fstand: 67 km
Tijd gereden: 5 uur
Afstand tot de Noordkaap in een rechte lijn: 2.081 km

7-6 Schleswig

Gisteren at ik bij de Griek tegenover het hotel. De keuze is in deze stad tussen pizza, döner of sushi en dan was er dus die Griek. Het werden gefrituurde aubergine en courgette vooraf en wat taaie lamskoteletten als hoofdgerecht. Maar dat werd dan weer gecompenseerd met Griekse gastvrijheid bestaande uit gratis ouzo bij aankomst en bij vertrek.

Mijn fysieke conditie valt me alleszins mee, de knieën kraken steeds minder, blijkbaar moeten die gewoon veel bewegen, dan worden ze vanzelf gesmeerd. Van al dat kantoorwerk worden ze maar stram. Mijn achterwerk moet nog wel even wennen aan het uren zitten op het harde zadel, maar verder voel ik dat de benen al gespierder worden. Kortom, er is hoop voor alle gepensioneerden, fiets ouwe knarren, fiets! (En niet elektrisch natuurlijk, want dan gebeurt er niks).

Even een vies praatje tussendoor, ik meende toch echt te ruiken dat de voetzweetbacterie weer de kop heeft opgestoken. Daar heb ik in het verleden ook al heel wat mee te stellen gehad en ik dacht dat ik het onder controle had met het dragen van merinowollen sokken. Dat bestreed ik dan met spray van Dr Scholl met matige resultaten. Deze situatie vraagt wel om directe actie en die vond ik in een goedje dat wordt aangeprezen tegen SARS en COVID en belooft 99% van alle bacterién te doden. Daarmee mijn schoenen volgespoten en verdomd, vanmiddag rook ik niks meer! Nu die laatste procent nog decimeren tot eentiende promille usw.

Het wondermiddel

De zon schijnt volop als ik vertrek en dat is alweer tegen alle voorspellingen in. Toen ik gisterenavond naar het journaal keek, zag ik donkere wolken en regen boven Sleeswijk Holstein, geen zonnetje. En de wind staat nog steeds gunstig, ik krijg een duwtje mee. Het is wel behoorlijk fris en als dan aan het eind van de ochtend de zon verdwijnt en er toch af en toe een spatje valt, is het ronduit koud. Meer dan 12 graden kan het niet zijn.



Die kleine stickertjes vertellen je dat je op de goede weg bent

Ik steek het Kieler kanaal over met een gratis pont en fiets dan een heel stuk langs het kanaal. Grote coasters worden afgewisseld met kleine jachtjes. Toen ik mijn Waarschip 900+ nog had, was het mijn plan om in het voorjaar door dit kanaal naar de Oostzee te varen, daar de zomer te zeilen en dan de boot achter te laten. In het jaar daarop kon ik dan nog een zomer zeilen en dan weer terug varen, hetzij weer door het kanaal, hetzij boven Denemarken langs. Het is er jammer genoeg nooit van gekomen.

Om half een kom ik bij Bootsman, de camping waar ze ook wijnvaten verhuren om in te slapen. Helaas zijn alle vaten bezet, dus ik besluit eerst wat hotels te bellen. Hotel Hohenzollern in Schleswig klinkt goed en past qua naam wel bij mijn stand, bovendien nemen ze de telefoon op en er is een kamer beschikbaar. Nou dat is nog wel 45 kilometer verderop, maar dat kan er nog wel bij. Onderweg probeer ik nog wat kerkjes te bezoeken, maar daar doen ze hier niet aan, alles zit op slot.

Vlak bij Schleswig ligt een militair vliegveld, waar ik omheen moet en elke 4 minuten gaat er een straaljager met donderend geraas de lucht in. Vroeger ergerde ik me dood aan dat lawaai, maar nu denk ik, laat je maar horen aan die kleptokraten in Moskou! Het is verdomd jammer dat we in Nederland zo’n anti-Europese en deels zelfs pro-Russische coalitie hebben, we kunnen alleen maar hopen dat die snel het loodje legt. De enige fout van het democratisch bestel is dat het de partijen die de democratie om zeep willen helpen aan de macht helpt.


Schleswig

In Schleswig word ik op straat aangesproken door een reuze enthousiaste man van mijn leeftijd met een groot statief onder zijn arm. Hij heeft als twintiger ook fietstochten gemaakt en wil dat graag even kwijt.

Het blijkt met het hotel al net als met de Hohenzollerns zelf, vergane glorie en verval. Ik krijg een pijpela om in te slapen. Die is hooguit een derde van de kamer waar ik gisteren sliep voor dezelfde prijs. Het personeel gaat om zes uur naar huis en er hangt een briefje in de kamer met een nummer dat je kunt bellen in noodgevallen. Maar wat fantastisch is, de verwarming staat hier aan, dus ik was meteen al mijn vuile goed en hang het over de radiator, want vanaf morgen krijgen we een aantal dagen serieus regen en dan valt er geen was meer te drogen. Ja echt waar, alle weerapps zijn het er over eens. Dus als morgen de zon schijnt, eet ik mijn pet op.

Afgelegde afstand: 104 km
Gefietste tijd: 7,5 uur
Afstand tot de Noordkaap langs de meridiaan 2.015 km

8-6 Rødekro

Gisterenavond heb ik teveel gegeten, ik kom er eerlijk voor uit. Het begon ermee dat het restaurant, dat ik voor mezelf had uitgekozen, al helemaal vol zat. Vervolgens heb ik heel er lopen zoeken naar een grillbar, die volgens Googlemaps daar vlakbij moest zitten. Ik kon ze wel ruiken, maar werd in rondjes eromheen gedirigeerd. Nou dan maar weer een Italiaan, dacht ik toen gelaten en laat ik nou net die ene echte getroffen hebben. Bij binnenkomst werd je al getrakteerd op een levensgrote foto van de eigenaar met Angela Merkel. En wat een fantastische kaart! Na rijp beraad kwam ik uit op de Antipasto misto en de gegrilde dorade. De enige misser was, maar dat zal wel typisch Duits zijn, de vraag of ik alles tegelijk geserveerd wilde krijgen. Nee zei ik, graag op zijn Italiaans, dus achter elkaar. Bij de antipasto kreeg ik onder andere heerlijke in olie ingelegde wortels en kleine champignonnetjes, blauwe kaas met een hemels zachte smaak en naar tomaat smakende tomaatjes. Ja nogal wiedes zul je zeggen, maar dan moet je eens echte Italiaanse tomaten eten, die volle smaak vergeet je nooit meer. Na de dorade met rozemarijnaardappeltjes en een frisse salade werd ik overmoedig en nam nog een panna cotta met vers fruit toe. Dat heb ik afgelopen nacht moeten bezuren, ik was al om kwart over vier wakker en kwam niet meer in slaap.

Maar goed, je moet toch verder, dus ik betreed om kwart over zeven de ontbijtzaal, die geheel gevuld is met kakelende Duitse bejaarden die aan lange tafels zitten te eten. Die staren naar mijn fietsoutfit, maar of ze dat nu ongepast vinden of dat ze denken, liep ik er ook maar zo bij, daar kom ik niet achter. Later zie ik achter het hotel twee bussen staan, het is blijkbaar een groepsreis.

Als ik om kwart over acht vertrek, begint het te motregenen en dat blijft zo, af en toe wat harder, dan weer wat zachter, tot ik bij de Deense grens kom. Al die tijd heb ik veel korte klimmetjes en dan weer snelle afdalingen. Bij die grens heb je een lekkere helling omlaag en daar heeft de douane wat op gevonden. Precies op de grens zit er een greppeltje in het fietspad waar mijn achterwiel precies inpast. Jammer genoeg hebben ze er niet aan gedacht om er een waarschuwingsbordje bij te zetten. Ik ga vol in de remmen maar klap met mijn achterwiel in de goot. Ik vrees het ergste, maar alles is nog heel.

Voorlopig kan ik deze bordjes volgen

In Denemarken fiets ik weer door het openluchtmuseum van Frøslevlerjen, een perfect bewaard gebleven concentratiekamp met barakken en wachttorens. In de barakken zitten nu kleine musea, onder andere van de Deense veteranen en de Bescherming Burgerbevolking. Je mag er voor niks naar binnen en de koffie staat klaar.


Mooie oude wegen

Het begint onderhand steeds harder te waaien en ik fiets moeiteloos over de lange gravelwegen die de oude handelsroutes volgen. In Kiplev bezoek ik nog het kerkje en daarna komen er opeens enorme buien opzetten. De laatste anderhalf uur fiets ik door regen die meer van opzij dan van boven komt, zo hard waait het. Maar dan kom ik aan bij mijn AirBnb, dat blijkt een afgescheiden deel van een huis te zijn met eigen WC en lekker warme douche.


Voor de low-budget-bikepackers zijn er dit soort shelters.


In de kerk van Kliplev. Als de tijd voor de preek om is, gaat de bel.

Afgelegd: 84,6 km
Gefietste tijd: zes uur
Afstand in een rechte lijn tot de Noordkaap: 1.962 km

9-6 Jels

Ik ben gisteren niet uit eten gegaan, maar kocht bij de Coop een bak lasagna (en yoghurt, pruimen, sinaasappels) die ik in de magnetron kon opwarmen. Daarna las ik nog wat en om negen uur sliep ik al. Ik was wel een beetje zwaarmoedig gisterenavond, kan mijn draai nog niet helemaal vinden en voel me een beetje verloren. Ik denk dat het te maken heeft met het afscheid van mijn broer en mijn werk zo vlak achter elkaar.

Als ik wakker word, voel ik me al weer wat opgeruimder en bedenk wat ik ga doen. Ik kan hier nog een nachtje blijven en mijzelf een beetje rust gunnen. Dan maak ik een uitje naar het museum van Abenraa en morgen weer verder. Of ik fiets vandaag een kort stuk. Als ik naar het weerbericht kijk, zie ik dat het vandaag af en aan (onweers)buien met harde wind is. Morgen geldt, hoe noordelijker hoe droger. Het regent dan nog de hele dag in Rødekro, maar 80 kilometer noordelijker is het droog. Dus is de keuze niet moeilijk, vandaag fiets ik door de buien en slaap ik binnen, morgen kan ik weer kamperen. Maar ik doe rustig aan, lees nog een paar hoofdstukken in De meester en Margarita, van dat krankzinnige verhaal word ik sowieso al vrolijk, en om half elf, tussen twee buien in, stap ik op de fiets. En ik ben nog geen kwartier onderweg of de eerste bui raast over me heen. Ik heb me, in tegenstelling tot gisteren, goed geprepareerd en schiet in mijn Goretex regenbroek en trek regensloffen over mijn schoenen. Die kunnen een half uur later weer uit, weer aan, weer uit etc. Maar de beloning voor al die moeite is een warm en droog lijf aan het eind van de ochtend.

Om half een ben ik in Vojens en het stationshotel is open voor lunch. Ik trakteer mezelf op een rundvleesschotel, althans zo vertaalt de serveerster het voor me. Dat blijkt wat een soort dikke hamburger op een geroosterde boterham met fijngesneden rode ui, mierikswortel, kappertjes, plakken gekookte biet en twee zachtgekookte eidooiers in een kommetje. Die eidooiers maak je stuk op je hamburgerachtige plak.

Mijn einddoel is Jels, dat ligt nog 20 kilometer (ik schatte ongeveer 4 buien, het werd er nog maar één) hier vandaan. Daar slaap ik in het Sporthotel, dat is niet duur, maar je moet wel zelf je bed opmaken waarschuwen ze op de website. Omdat er pas om 17.00 iemand is om de sleutel te geven, moet ik me tot die tijd vermaken. Nu is er in Jels van alles te doen zoals een Hollandse windmolen en het planetarium bezoeken, ik verheug me er al op, lekker binnen iets doen! Het laatste stuk naar Jels gaat door wat ze de Plantage noemen, je glibbert heuvel op, heuvel af over modderbaden tussen de aangeplante dennen door.

De plantage
Dat iets binnen wordt, na een bezoek aan twee gesloten attracties, een kop koffie in de cafetaria van de camping. Ik heb sterk het idee dat ik hier in 2017 gekampeerd heb, dus dat zoek ik even op. Het grappige is dat ik me eigenlijk maar weinig herinner van zeven jaar geleden. Sommige kerkjes sla ik over, want die ken ik al, maar verder is er maar weinig dat herinneringen oproept. Hier moet ik mijzelf een uurtje vermaken met het schrijven van dit stukje, voordat ik de laatste 500 meter naar het hotel fiets.

Ze noemen dit in Jels de Hollandse molen, maar ik zie niet wat hier Hollands aan is

Runenstenen in overvloed hier

Gefietste afstand: 48,7
Gefietste tijd: 4 uur
Afstand tot de Noordkaap langs het touwtje: 1.933 km

10-6 Byrup

Gisterenavond was er alleen een pizzeria open, het werd de vegetariana en die was zeker niet slecht.

Vanmorgen om 7 uur staat er een ontbijt voor me klaar in een uitgestorven hotel, ik blijk de enige gast. Personeel zie ik ook niet, maar wel een warm eitje, vijf pakken vruchtenyoghurt (met verschillende smaken) verse broodjes, worst, kaas, muesli, kortom het iss compleet. Om half acht ben ik onderweg en het lukt me zowaar om tegen negenen lekkere koffie te vinden bij de warme bakker van Vejen, een trefpunt voor bejaarden. De wind komt wat meer van opzij vandaag, maar ik krijg regelmatig een duwtje in de rug. Veel dreigende wolkenformaties om me heen, maar er valt geen regen van betekenis meer uit.

Ik fiets deels een variant op de route van 2017, ik rijd wat meer grindwegen en ik kom niet meer langs Kragelund. Waar ik wel weer langs kom, is Kollemorten (Sint Maarten zeggen wij, zij zeggen dode Maarten) en de Petrusbron. Dat is een soort natte kuil in het weiland en ik loop er naar toe om de zegen over mijn knieën af te smeken, dat heeft in 2017 ook goed geholpen. En ik bezoek meteen het middeleeuwse kerkje dat er vlak bij staat, dat had ik de vorige keer overgeslagen.

Onderweg zie ik nog een jonge vos in een weiland die zo onder het prikkeldraad door op een rijdende auto afrent. Pas op het laatst realiseert ie zich dat dat geen goede actie is en hij keert weer om. De laatste 20 kilometer naar de camping zijn pittig, veel klimmetjes over grindwegen.

Als ik om half vijf bij de camping aankom, is de receptie gesloten, maar er hangt het verzoek om je plek te boeken en te betalen via de website. Dan kom in je onbegrijpelijke Deense keuzemenus terecht en de mededeling, sorry the english site is under construction. Ik besluit dan maar gewoon de camping op te fietsen en kom prompt een Nederlandse caravan met inwoonster tegen. Ja hoor, de douches zijn gewoon open en je hebt geen pasje nodig. Als ik onder de douche stap zie ik nog wel een soort chiplezer aan de muur, maar zonder chip geeft ie ook warm water. Zo, nou ben ik benieuwd wie er morgenochtend het eerste op is, de receptionist of ik.



Op de camping van Byrup. In die caravans zit niemand, die mensen komen waarschijnlijk pas eind van de maand.

Gefietste afstand 103 km
Gefietste tijd 7:30
Afstand tot de Noordkaap zoals een vogel vliegt: 1.856 km

11-6 Viborg

Gisterenavond dacht ik nee, niet alweer pizza. Maar wat was het alternatief? Juist, kebab met patat en knoflooksaus. Ik had ook zelf kunnen koken, dat geef ik toe, maar het was koud, ik had nog geen boodschappen gedaan en ik geloofde het wel. Ik ben altijd een keer wakker als de vogels beginnen, dat is hier rond vier uur. Dan draai ik me nog maar eens om, maar om kwart over zes riep de kebab, ik ben verteerd! Dat werd nog een sprintje op de fiets naar het verderop gelegen toiletgebouw. Op deze camping staan er drie toiletgebouwen naast de receptie en het trekkersveldje is daar zo’n 300 meter vandaan. Terwijl ik onder dreigende grijze luchten zit te ontbijten met het brood dat ik 3 juni in Geeste kocht en maar niet wil beschimmelen, stuurt Mayke zonnige foto’s uit Cagliari met de subtiele verzuchting dat ze zomaar ineens jarig geworden is. O ja, dat is waar ook en ik zing een verjaardagslied voor haar.

Ik ben nauwelijks vertrokken of het eerste buitje valt, een heel licht miezerig buitje met een hoop wind. Dat zal de hele dag zo doorgaan, dus uiteindelijk hou ik mijn rainlegs maar gewoon aan. Wat ik me niet meer herinner van de vorige keer, is die krankzinnige helling die je direct vanaf de camping moet beklimmen om op de route te komen. Met koude spieren en knieën is dat geen pretje. Maar als ik dan boven ben, is de beloning een 20 kilometer lang fietspad over een oude spoorlijn naar Silkeborg. Het is een hele lange gestage klim door de bossen en het is er doodstil. In Silkeborg drink ik koffie in een koffiebar waar je je bonen uit mag kiezen, doe mij maar de Italian roast, zeg ik, bij gebrek aan kennis op dit vlak.


Oude spoorlijntje naar Silkeborg

Fietsbrug in Silkeborg

Eerder schreef ik dat ik dit keer niet langs Kragelund zou komen, maar hoe ik daar nu op gekomen ben? Vanaf Silkeborg is het alweer een steile klim langs de provinciale weg daar naar toe. Onderweg koop ik nieuwe kaas (de oude uit Zaandijk was te erg beschimmeld), yoghurt, sinaasappels en pruimen. Geen bananen, hoewel veel afstandsfietsers daarbij zweren, vind ik ze onderweg nooit zo lekker. Natuurlijk bezoek ik het kerkje nog een keer, maar dit keer oefent er niemand op het orgel.

Hoeksteen van het kerkje van Kragelund

Die arme Eva kreeg ook van alles de schuld

Er blijven maar buitjes overkomen met koude windvlagen, volgens mij is het niet meer dan een graad of tien. De wind blijft meer van opzij dan van achter, maar omdat ik veel door het bos fiets, merk ik er niet zoveel van. Maar dan gebeurt er toch een wonder, als ik in de buurt van Viborg kom, waaien de wolken langzaam uiteen en komt er steeds meer zon tevoorschijn. Eerlijk gezegd, vond ik vandaag de zwaarste dag tot nu toe. Niet vanwege de afstand, maar vanwege de vele steile klimmen. Maar als ik het mij goed herinner, kom ik nu langzaamaan in vlakker gebied.

Zaanse toestanden onderweg


Op de camping van Viborg

Afstand: 76,8 km
Tijd: 6 uur
Afstand tot de Noordkaap langs een rechte lijn: 1.813 km

12-6 Dokkedal

Gisteren in Viborg bedacht ik me, terwijl ik loom in de zon lag, dat het wel weer eens tijd werd om goed te eten. Dus ik zocht een leuk restaurantje uit in het centrum. Ik begon met een tonijntartaar met warme peperige mangosaus en daarna een stuk varkensnek met broccoli en verse krieltjes. Ik maak zelden foto’s van eten, maar dit hoofdgerecht verdient wel een plaatje in het blog. Mijn ervaring in Schleswig indachtig nam ik geen toetje, maar alleen een espresso toe.


Het hoofdgerecht verdiende een foto, maar dit is natuurlijk het voorgerecht

Hoe noordelijker je komt, hoe vroeger de vogels beginnen, vanmorgen is dat om kwart voor vier. Uiteindelijk ben ik om zes uur maar opgestaan en mijn boeltje langzaam ingepakt. Er staat een enorme koude harde wind, gelukkig wel de goede richting op. Het is een verraderlijk landschap, het lijkt zacht glooiend maar je gaat voortdurend steil omhoog en steil omlaag. Gelukkig warmt het langzaam op en kunnen de jasjes uit. Onderweg luister ik naar een aflevering van de Historische Boekencast, waarin nieuw verschenen boeken besproken worden. Aan het eind van de ochtend ben ik in Mariager, de eerste gelegenheid voor een kop koffie bij de bakker. Er is niet veel te doen zo buiten het toeristenseizoen, de meeste restaurantjes zijn nog dicht. Ik bezoek de kerk, want die had ik vorige keer overgeslagen en werd toch weer beloond met mooie muurschilderingen. Het was nog een hele klus die te fotograferen zonder dat de aanwezige handhavers dat merkten.






Mariager. Het lijkt er op dat Christus naar zichzelf in de kist zit te kijken

Na Mariager volgen nog wat klimmetjes, waarvan ik er een aantal afsnijd door de provinciale weg te nemen. Die Denen rijden je echt niet van de sokken en het spaart mijn scharnieren.

In Hadsund koop ik voor 5 euro een bus WD-40 look-a-like omdat mijn kettingslot opeens niet meer open wil. Gelukkig kwam ik daar achter toen ik de fiets op slot wilde zetten en niet andersom. Uiteindelijk lukt het om het slot weer gangbaar te krijgen, maar ik weet niet of ik het nog durf te gebruiken. Morgen maar eens kijken of ik een fietsenmaker zie. Ik kreeg de tip om een Ottolock te kopen, superlicht want van kevlar gemaakt. (Als ik dan maanden later dat slot Google, stuit ik op een filmpje van de Lockpicking Lawyer, waarin hij het slot in 12 seconden doorknipt met een kabeltang). Van Hadsund af rij je weer over een oude spoorlijn tot vlak aan Dokkedal. Dan nog een paar kilometer door een wildpark met (onzichtbare) elanden en dan is er een winderige camping. Ik weet dat iets verderop ook een mooie camping is aan de Lymfjord, maar daar waai je nu natuurlijk helemaal weg. Wat me op de gedachte brengt, vaart die pont wel met harde wind? Ik heb morgenavond wel de boot naar Oslo te halen. Vorig jaar had ik ook zo’n akkefietje in Felixstowe en moest ik 35 kilometer omrijden.

Vlak voor Dokkedal

Afstand: 107 km
Gefietste tijd: 07:45
Afstand tot de Noordkaap langs de meridiaan: 1. 743 km

13-6 Frederikshaven

Gisterenavond kocht ik een magnetronmaaltijd in de campingwinkel met een aanlokkelijke afbeelding van vlees, aardappelpuree en biet. In de campingkeukens hier staan er magnetrons en ovens naast de kookplaten, dus ik was heel tevreden met mijn keus. Helaas ontbrak de biet, het vlees bestond uit enkele flintertjes rundvlees in een bruine saus, alleen de zalvige aardappelpuree zat er wel in.

Wat het weer goedmaakte was het gezelschap in de keuken van een Zwitsers stel, ook op de fiets, die naar het zuiden gaan. Zo konden we een beetje ervaringen uitwisselen en ons beklagen over de weersomstandigheden. Zij hebben de route langs de westkust genomen, waar ik van afzag, en ze hebben veel regen gehad. Ze vonden de westkust veel mooier om te zien en wie weet doe ik die nog op de terugweg. Of in een andere zomer. Vannacht had ik het echt heel koud en toen ik vanmorgen naar het dichtstbijzijnde meteostation keek bleek het zeven graden te zijn geweest. Dat in combinatie met een harde westenwind en een rammelende maag na dat liflafje uit de magnetron, legde de basis voor een zware ochtend.

Als ik vertrek staat er nog steeds een heel koude wind. Onderweg is alles dicht waar je koffie zou verwachten, dus even opwarmen is er niet bij en ik krijg het steeds kouder. Ik fiets maar rustig aan en dat is niet slim, want dan produceren je spieren geen warmte. Ik word ook dan ook steeds chagrijniger, dit is toch geen pensioen meer, dit is een soort van zelfopgelegde boetedoening. En waarvoor eigenlijk? Wat heb ik misdaan? En hoe verder ik fiets, hoe dieper mijn humeur zakt. Om mezelf af te leiden, luister ik een podcast van Michiel Krielaars waarin hij met twee gasten Wij slaven van Suriname en het leven van Anton de Kom bespreekt, maar dat blijkt ook al geen opwekkende kost.


Over de Lymfjord

In Hals is aan de haven alles dicht, in Hou hetzelfde (op een historische infopunt in een container na), Asa heeft een havenmuseum met restaurant, ook dicht. Ik eet maar een paar boterhammen op een picknickbankje langs de weg om de energie erin te houden. En dan om half twee zie ik iets dat ik herken. De kanoverhuur met restaurant in Voerså. Het zal toch niet waar zijn, ja hoor ze zijn open, ze hebben koffie en tosti’s en ik zit uit de wind een tweede lunch weg te werken. Nog 33 kilometer naar de boot en nog zeveneneenhalf uur voordat het boarden begint. Ik hoop maar dat er onderweg nog iets te bezoeken of te bekijken valt.


Containermuseum

In Saeby leidt een strandpad naar een klein strandravijn en ik ga boven lekker in de zon zitten en over de zee uitkijken terwijl ik dit blog schrijf. Saeby is de laatste plaats voor Frederikshaven en dat is meteen ook de interessantste. Niet alleen barst het er van de koffiehuizen en restaurants in de historische straatjes, je kunt er ook leuk wandelen en staat een kerkje met waanzinnige middeleeuwse plafondschilderingen en de koorbanken zijn ingekerfd met 18e eeuwse graffiti zoals zeilschepen en namen.


Het leuke van die schilderingen, is dat je snapt hoe die ongeletterde heidense middeleeuwers toch iets meekregen van de Bijbelse verhalen en de christelijke normen en waarden. De mis werd tenslotte in Latijn gelezen, dus daar begreep men niets van.

Met vreemdgangers loopt het slecht af


Welke gebeurtenis hier wordt uitgebeeld?


Graffiti in de koorbanken, Fram was ook de naam van het schip waarmee Nansen zich liet invriezen in het poolijs.


Verjaagd uit het paradijs

Om kwart over vijf ben ik dan toch echt in Frederikshaven en moet nog een paar uur doorbrengen. Wat lezen in het park en wellicht nog een klein hapje eten?

Afstand: 79,6km
Tijd: 7 uur
Afstand tot de Noordkaap als je mikt langs een lineaal: 1.683 km

14-6 Oslo

In Frederikshaven at ik nog een laatste fatsoenlijke maaltijd. Die bestond uit een voorgerecht van witte asperges, gestoofde vis met aardappeltjes en een creme brulée met zomervruchten. Ondertussen las ik de Meester en Margarita uit bij gebrek aan een tafelgenoot. Eetlezen noemden wij dat vroeger thuis, volgens mij was het een bekende schrijver (Remco Campert?) die de term bedacht heeft.

Om negen uur was al ik bij de gate en zocht om de tijd te doden alvast een nieuw boek uit, dat werd Het Chinese lakscherm van Robert van Gulik. Stipt om half tien ging de check-in balie open en even later stond ik met twee andere fietsers vooraan in lane 31 te wachten op de aankomst van de boot. Toen die wel erg lang op zich liet wachten, konden we met behulp van Marine Traffic uitrekenen dat die er pas tegen twaalven zou zijn. Dus daar stonden we dan tweeëneenhalf uur te wachten. Als ik dat geweten had, had ik wel een ander plan voor de avond gemaakt. Mijn gezelschap bestond uit een vliegtuigingenieur uit Bordeaux die voor Dassault werkt en vloeiend Engels sprak en een oudere dame uit Wenen die misschien tien woorden Engels kon uitbrengen. We wisselden tips en ervaringen uit en ik heb een hoop geleerd over de certificering van jachtvliegtuigen en zakenjets.

Pas na twaalven kwam ik in mijn hut, ik bleek in de Commodorekkasse te slapen, vandaar dat mijn ticket zo duur was. (Het was exht het goedkoopste ticket van deze afvaart, maar waarschijnlijk waren de goedkope hutten al op). Je slaapt dan niet onder de autodekken maar op dek 9 bovenin het schip, er staat mousserende wijn voor je klaar en je hebt je eigen ontbijtlounge. Maar Commodore of niet, na 1 minuut douchen stond ik tot mijn enkels in het water dat dreigde de hut lopen. Verstopte afvoer. Ik was te moe om de receptie te gaan zoeken en mijn beklag te doen, ik dacht, dat komt morgen wel. Overigens sliep ik als een roos in mijn queensize double bed.

Ik word tegen zevenen verkwikt wakker en begin aan mijn Commodore ontbijt, dat geserveerd wordt met uitzicht op zee. Ik kijk naar het weerbericht en maak een plan. Het is vandaag mooi weer, dus dat wordt een rustdag op camping Ekedal in Oslo. Daarna twee of drie dagen regen, dus dat zijn prima dagen om van onderdak naar onderdak te fietsen. Daarna wordt het lekker kampeerweer. Er zijn, behalve de eerste 120 kilometer voldoende goedkope overnachtingsmogelijkheden. Ik doe alvast een aanvraag voor een airbnb morgen in Kløfta. Dat is 42 kilometer voorbij Oslo en dan heb ik daarna een mooie uitgangspositie voor de tweede etappe, waarbij je meer moet klimmen.
Anton uit Linköping stuurt een sms en vraagt naar mijn route volgende week, hij wil me over een paar dagen op komen zoeken. Dat is echt fantastisch, want het is een heel stuk rijden voor hem.


Oslofjord

Voordat ik naar de camping ga, fiets ik eerst langs de winkel van de Noorse toeristenvereniging (DNT) en regel daar een lidmaatschap. Dan heb ik een jaar lang toegang tot 700 hutten, dat zou nog wel eens van pas kunnen komen. Dan is het nog drie kilometer klimmen in de eerste versnelling naar de camping, die niet voor niks Ekeberg heet. Knappe jongen die mij vandaag nog naar beneden krijgt. Daar aangekomen val ik midden in een treffen van fietsers, de kampioen is een Chinese jongen, die zeven jaar geleden uit China vertrokken is en nu even naar de Noordkaap wil. Ik dacht dat ik veel bagage had, maar hij overtreft me ruimschoots. Ik zet mijn tentje op, ga douchen en Mayke bellen, die op het vliegveld van Cagliari zit te wachten op haar vlucht.


De Chinees die helemaal uit China kwam fietsen en nu even de Noordkaap gaat doen



Op de Ekeberg

Gefietste afstand: 5 km
Gefietste tijd: 45 minuten
Afstand tot de Noordkaap zoals een vogel vliegt: 1.420 km (komt dichterbij hé).

15-6 Kløfta

Gisterenmiddag at ik op de camping fish and chips en een waffel met ijs toe. Dat was best goed gedaan, het enige dat mijn eetplezier bedierf, was de snoeiharde tweederangs popmuziek op het terras. Je hoort hier overal (bij de receptie, in de douches en WC’s, in het café en op het terras) slechte versies van bekende nummers zoals een galmende Bridge over troubled water gezongen door iemand die denkt dat ie Pavarotti is met een keiharde beat eronder. Waarom? En die muziek was nergens voor nodig, want er zaten misschien drie mensen te eten. Waarschijnlijk was het drukker geweest, als ze de muziek zachter hadden gezet of vervangen hadden door “Aangenaam klassiek” of zoiets.

Het heeft de hele nacht zachtjes geregend, maar vanaf een uur of acht is het droog. Ik voer deze ochtend niet zoveel uit, ik laat de tent drogen, lees wat en eet wat. Om half twaalf fiets ik weg van de camping, het is fris maar niet onbehaaglijk. Na een heerlijke afdaling van drie kilometer sta ik opeens voor een koffiebranderij met koffiebar. Ha, tijd voor koffie! Als je van lekkere koffie houd, is Oslo je stad. Overal zitten koffiezaakjes met een ruime keuze aan roasts. En ze houden hier van sterkere koffie dan bij ons. Ik heb hier aan één cappuccino per dag genoeg.

Maar daarna begint het. Ik fiets de hele middag langs snelwegen en door aaneengegroeide stadskernen met shoppingmalls als bufferzones om uit Oslo te komen. Daarbij moet ik voortdurend steile hellingen beklimmen, die het tempo enorm drukken. Ik ben wel heel content met mijn besluit om deze tocht gewoon in Zaandijk te beginnen, want anders had ik het hier na tien kilometer beslist opgegeven. En evengoed voel ik mijn spieren en scharnieren. Ik klim telkens een stuk, daal dan wat, klim weer een stuk etc. Van het romantische Noorwegen krijg ik voorlopig niks te zien.


Als ik aankom bij mijn Airbnb in Kløfta, blijkt dat een appartementje in een nieuwbouwwijk te zijn. Niet onaardig, maar volgens mij is dit een gevalletje misbruik sociale huur. Aangezien de gastvrouw me aanraadde om mijn fiets goed op slot te zetten, besluit ik om die maar naar boven te sjouwen en op het balkon te stallen.


Het grote voordeel van een AirBnB

Ik kijk nog even naar de weersvoorspellingen op de Noorse app YR, die best nauwkeurig zijn en grafisch heel knap worden weergegeven. Het nadeel daarvan is dat als er regen voorspeld wordt, je het water al langs je nek omlaag voelt sijpelen.

Afstand: 42,5 km
Tijd: 4 uur
Afstand tot de Noordkaap langs de meridiaan: 1.393 km

16-6 Langset

Gisterenavond deed ik boodschappen bij de KiWi en maakte quinoa met uien, paprika en tomaat en bakte daar een steak bij. Wat was het heerlijk om weer eens wat ‘eigens’ te eten, zonder zoveel zout en vet.

Ik vergat giste

ren helemaal te vertellen over de onheilsprofeet die ik ontmoette in de voorsteden van Oslo. Ik zat aan een picknicktafel me te oriënteren op de kaart toen er man op me af kwam lopen, netjes gekleed en overduidelijk van de herenliefde. Na de bekende vragen over mijn reisdetails waarschuwde hij me om niet via Lapland naar Zweden te fietsen. Er is daar niks te zien, het is hartstikke vlak en het stikt er van de muggen. De weg naar Kaaresuando is kaarsrecht en ze noemen die de Bloedweg! Weet je waarom? Vanwege de muggen wilde ik zeggen, maar hij ging alweer door. De Duitsers hebben ze door ze door dwangarbeiders laten aanleggen en de weg is zo breed, dat ie ook als landingsbaan kan dienen. Ga daar niet heen! Ik ben aardrijkskundeleraar dus ik kan het weten. Trouwens, je moet langs Røros gaan, dat is een oud mijnwerkersstadje, ik heb daar een tweede huisje.
Ieder mens hoort wat ie wil horen en wat ik hoorde, dat klonk me als muziek in de oren klonk, nl. het is daar vlak. Maar ik zal van de week Anton eens consulteren, die moet toch deskundig zijn op het terrein van Zweeds Lapland. En voor het overige hou ik de kaarten tegen de borst totdat ik in Hammerfest ben, pas dan weet ik of ik zin heb in nog twee maanden fietsen of dat ik de route wat inkort.

Bij het ontbijt een sms van Anton, we zien elkaar maandagmiddag in Hamar. Ik kijk er enorm naar uit, ik ben benieuwd hoe lang hij er over gaat doen met de auto. Als ik vertrek is het nota bene droog, tegen alle voorspellingen in, er vallen een keer een paar druppeltjes, maar dat mag geen regen heten. Overal om me heen ijlen onheilszwangere wolken langs het zwerk (ik speel wordfeud met mijn nicht Isabel, dan krijg je opeens allemaal van dat soort woorden in je hoofd) maar die raken mij niet.


Onheilszwanger zwerk

Bij het benzinestation van Raholt denk ik, zal ik dan hier maar koffie nemen, het is al bijna luchtijd. Ach nee, dat is ook zo’n noodscenario. En verdomd, een half uurtje later ben ik in Eidsvoll Verk en zit ik in het museumcafé aan de taart en de cappuccino. Tijdens de koffie begint het te druppen. En als ik klaar ben, giet het maar volgend de onvolprezen YR app is het over drie kwartier weer droog, dus waarom niet even het museum bezocht? Dat bestaat uit een groot 18e eeuws woonhuis, dat eigendom was van een staalfabrikant. Nadat Napoleon verslagen was, werd met het verdrag van Kiel Noorwegen van Denemarken afgenomen en aan Zweden toegekend. De Denen hadden nl. de kant van Napoleon gekozen. Daartoe aangezet door de Deense kroonprins, stuurden alle Noorse provincies afgevaardigden naar Eidsvoll en werd de Noorse grondwet opgesteld. Men vergaderde in dat grote huis. Dat leidde uiteindelijk tot een soort semi-zelfstandigheid onder de Zweedse kroon.

Let op de ‘verborgen’ deuren in de bibliotheek


De eenvoudige vergaderzaal in Eidsvoll, de afgevaardigden zaten op deze bankjes


De schilderijen hier zijn nogal middelmatig, maar deze is wel leuk, want die jongen speelt badminton

En na deze rondleiding schijnt de zon weer, spring ik op mijn fiets, klim een half uurtje en daal vervolgens af naar Minnesund en Langset meld me op de zelfbedieningscamping. Dan betaal je 32 euro om te mogen staan en voor een douche van 4 minuten moet je nog een keer 1,60 aftikken. Een Airbnb kost je het dubbele en dan heb je alle comfort. Maar ja, die zijn dus niet overal beschikbaar.


Self-service

Gefietste afstand: 53 km
Gefietste tijd: 5 uur
Afstand tot de Noordkaap in een rechte streep: 1.357 km

17-6 Hamar

Gisterenavond werd het een pitabroodje met kebab, ui, tomaat en groene pepers, bedekt met een dikke laag witte en bruine smurrie. Calorierijk was het zeker, want ik heb afgelopen nacht geen honger gehad.
Op de camping heb ik nog wat gelezen in Terry Pratchett en met Mayke gebeld, die weer thuis is. ‘s Nachts begint het af en aan zachtjes te regenen en tegen de ochtend regent het stevig door. Zo om een uur of half tien begint de regen af te nemen, ik heb dan alles al droog ingepakt met uitzondering van de tent zelf. Ik vouw de natte lappen zo goed en kwaad als het gaat op, stop ze in de grote gele tas en off we go.

Het begint met een lange route over een oude spoorbaan langs het Mjøsa Meer en dat gaat goed totdat ik op wegwerkzaamheden stuit. Deze onverwachte tegenvaller bestaat uit een steile klim van 1,5 km, maar wordt beloond met een wegrestaurant op de top. Koffie! Helaas zijn alle koeken en cakes uitverkocht, maar als troost krijg ik de tweede bak gratis.


Mjøsa meer

In Tangen sla de lunch in voor een picknick en als ik na een pittige klim over een gravelweg een picknicktafel zie, denk ik, hoera het hoogste punt, tijd voor de lunch. Maar wat een deceptie, het hoogste punt van vandaag ligt niet op 190 maar op 290 meter. En om daar te komen, moet je nog een lange golvende gravelweg volgen, bedekt met een verse natte laag van nog niet ingereden zand en leem. Telkens korte steile hellinkjes, gevolgd door nog kortere afdalinkjes en dan weer omhoog ploegen door die zachte bovenlaag. Regelmatig duw ik de fiets omhoog omdat ik het gewoon niet trek. Maar aan alle ellende komt een eind en op een gegeven moment mag ik toch weer naar beneden glibberen.


De verse modderlaag

In de buurt van Stange staat een 13e eeuwse kerk, helaas wel gerenoveerd in de 16e eeuw, maar met een bijzonder beschilderd gewelf. Het is een pelgrimskerk op de St. Olavsroute en binnen word ik vriendelijk begroet door een Noor die me wat te eten aanbiedt.


Het 16e eeuwse portaal


Met daarachter het middeleeuws portaal


Partners in crime


Gewelfschildering

Dan is het nog drie kwartier naar mijn Airbnb, een tiny house in Hamar. En tiny it is, maar er zit een flinke zonnige tuin bij. Ik sta nog te prutsen met de sleutelkluis als Anton aankomt. Die is achteneenhalf uur onderweg geweest om hier te komen!


Het Vikingschip van Hamar

Gefietste afstand: 54 km
Gefietste tijd: 4,5 uur
Afstand tot de Noordkaap als je er met een katapult op mikt: 1.319 km

18-6 Lillehammer

Anton en ik deden gisteren boodschappen, maakten iets met bleke waterige kipfilet, bloemkool en aardappels en aten dat in de tuin op. Het tiny house hoort hij een groter huis en samen blijkt het eigendom te zijn van een collectief. Het grote huis wordt verhuurd voor bijeenkomsten en als praktijkruimte. Waar ik naar toe wil, is dat het deze avond werkavond van het collectief was en dat het gras gemaaid moest worden met zo’n ouderwetse tweetakt motormaaier die je voor je uit moet duwen. Na tien minuten van vruchteloze startpogingen, volgens ons omdat die jongen niet zijn hele lijf in de ruk aan het startkoord wierp, kwam het ding tot ons verdriet toch tot leven. We aten ons toetje toen maar binnen op, want een gesprek was buiten niet meer mogelijk.


Twee vermoeide maar tevreden reizigers

Om iets over achten stap ik op en rij in de zon naar Brumunddal achteropgekomen door een loodgrijze lucht. Uit ervaring weet ik dat je die niet voorblijft, en zeker niet als je telkens moet klimmen en dalen op gravelwegen, maar het lukt me om droog een sjieke koffietent in het centrum te bereiken. Daar bereid ik me mentaal voor op de komende regenuurtjes, met koffie en gebak. Het begint inderdaad enorm te hozen, dus ik blijf nog even zitten, want dat keiharde hozen is naar mijn theorie, alleen aan het begin van de bui, waarna het hozen vanzelf overgaat in plenzen en daarna gieten. En verdomd, na een minuut of tien kun je al weer lichtgrijze plekken zien in de grijszwarte lucht. Volgens de weerapp duurt de regen ongeveer anderhalf uur, maar na drie kwartier is het al weer droog. Anton is inmiddels weer thuis aangekomen met een korte break in Arvika, hij sliep, als echte reiziger, op een matras achterin zijn auto.

IK heb nog een boeiende ervaring met mijn regensloffen vandaag, dat zijn van die hoesjes die je over je schoenen trekt. Daar zit een elastieken bandaan, die over je over je wreef moet trekken. Als je dat vergeet en die band onder je schoenzool laat, komt onherroepelijk het moment dat de band zich om de as van je trapper wikkelt. Dat is in eerste instantie nog niet zo erg, totdat je van je fiets wil afstappen en je je naar links laat vallen en merkt dat je je je been niet uit kunt steken.

Het blijven pittige steile klimmetjes tot Moelv. Vlak voor Moelv staat een beroemde kerk, de Ringsåker kerk, maar daar kun je niet in vanwege een verbouwing van het orgel die de hele zomer duurt. Dan fotografeer ik naar een opvallend detail aan de buitenzijde, een heel smal met ijzer beslagen deurtje.

Na Moelv moet ik nog een paar keer 100 meter stijgen en dalen, maar de hellingpercentages zijn veel gunstiger en ik fiets nu op asfalt. Ik krijg zowaar een beetje plezier in dat golvende landschap.


De eerste woeste beek


In de verte ligt Lillehammer

De camping van Lillehammer is enorm groot en net zo duur als die van Langset. Ik heb een heel mooi plekje aan het meer, met als enige nadeel dat je het verkeer op de E6 die aan de overkant ligt, goed kunt horen.


A tent with a view


Nog steeds het Mjøsa meer

Gefietste afstand: 66,7 km
Gefietste tijd: 5,5 uur
Afstand tot de Noordkaap zoals een vogel vliegt: 1.303 km

19-6 Skei

Gisteren aan het eind van de middag at ik een Turkse groentelasagna onder een reuzegroot scherm waarop Turkije voetbalde tegen Georgië. De eigenaar vergat zijn klanten totaal en ging fysiek en mentaal helemaal op in de wedstrijd.

Als mijn tanden ga poetsen loop ik langs twee Duitse caravans van het merk Tabbert. Hé dacht ik, dat merk zie je nooit, behalve bij Roma? Ik kan me hele colonnes herinneren die door Frankrijk reden uit de tijd dat ik daar rond liftte, zo eind jaren 70. Later arriveren er een paar Mercedessen bij en inderdaad, dat moeten Roma zijn. Grappig dat die dan op zo’n toeristencamping staan. Het was fris maar droog vannacht. Ik experimenteerde een beetje met oplossingen tegen de optrekkende kou en wat helpt is een laagje textiel op het matrasje leggen. De lucht in het matrasje neemt toch de buitentemperatuur aan en die is ‘s nachts een graad of tien. En echt donker wordt het dus niet meer hier, ik maakte midden in de nacht een mooie foto van het meer.


Het meer midden in de nacht en om kwart voor zeven

Als ik wakker wordt om half zeven schijnt de zon al volop en koud is het niet. In Lillehammer koop ik nog vers brood, een donker Noors roggebrood, en als ik dan tegen negenen de stad uitfiets komt me een vakantiefietser tegemoet. Dat moet wel een Nederlander zijn, denk ik en als ik mijn hand opsteek, hoor ik toch luid en duidelijk Mogge Frans! Lichtelijk verbijsterd kijk ik om, maar de man fietst gewoon door. Ik heb hem niet herkend, dat is ook niet zo gek met een fietshelm op, maar ik zal het wel verkeerd verstaan hebben. Anders stop je toch even?

Voorlopig volg ik de rivier de Gausa naar Skei. Het hellingspercentage neemt gestaag toe en de laatste 15 kilometer golft de weg omhoog met regelmatig klimmetjes van 10%. Daarbovenop heeft de wind besloten om me niet langer in de rug te duwen, maar in het gezicht te waaien. Het is bovendien warm en voor het eerst sinds mijn herstart op 3 juni fiets ik in korte broek. Om 12 uur heb ik nog 12 km te gaan en ik buffel al een half uur tegen die hellingen op. Ik zit dan op 462 meter hoogte en ik moet nog naar 780. Ik heb me vanmorgen voorgenomen om rustig aan te doen, tenslotte heb ik de hele dag. Dus ik stop om de paar kilometer om op adem te komen en als het te steil wordt, stap ik af en loop een paar honderd meter.


De Gausa


Erg Nederlandse plantjes onderweg


Achter die heuvels in de verte ligt Skei

Om iets over twee ben ik in Skei. Dat hele Skei is niet zo bijzonder, het is een skiresort en je ziet er vooral chalets. Maar goed, waar ga ik slapen? De camping ziet er vreselijk uit, daar staan caravans hutje mutje. Bovendien, ik ben gewoon misselijk van de inspanning en heb geen zin in kamperen, ik wil luxe en mijn lijf in de watten leggen. Er zit een huttenverhuur, maar een nachtje hut kost hier 130 euro. Als ik zeg dat ik dat te duur vind, zakken ze naar 110, maar het hotel heeft kamers voor 90, dus het wordt een kamer met ligbad! Daar zal ik vanavond de gemartelde spieren en pezen eens te weken leggen. Als ik in de lift in de spiegel naar mijn spillebenen kijk, dan denk ik, het is toch een wonder van de schepping dat ik met die kraanvogelpoten zo’n fiets met bepakking omhoog weet te krijgen!

Afstand: 44 km
Tijd 5:24
Afstand tot de Noordkaap zoals een kraanvogel vliegt: 1287 km

20-6 Frya

Gisterenavond was er weinig keuze qua eten, koken op de hotelkamer, naar een restaurant drie kilometer verderop of het zomerbuffet in het hotel. Dat laatste was uitstekend verzorgd met verschillende soorten vlees en vis, heel veel verse groenten, salades en desserts. Ik at me tonnetjerond en verdween toen naar boven om in mijn bad te gaan liggen en mijn stijve spieren te ontspannen.

Het is een uur of zes als ik wakker wordt van de Oosteuropese groepsreis, die de koffers alvast naar beneden brengt. En het ontbijt is pas om zeven! Ik doe rustig aan, neem de tijd voor het ontbijt, want wil voor vertrek nog langs de plaatselijke supermarkt om calorieën voor onderweg die pas om negen uur opent. Na 1,5 uur klimmen, afwisselend lopen en fietsen, telkens stilstaand met bonkend hart en buiten adem om het landschap te bewonderen, bereik ik het hoogste deel van de route. Er staat een harde koude vlagerige wind tegen, die het klimmen niet vereenvoudigt. Ik kijk telkens op de gps op mijn stuur en dan zie ik dat ik weer tien meter gestegen ben en er nog maar 130 moet en dan nog maar 120 en zo moedig ik mezelf aan. Dan om half elf bereik ik de top (1012). De vreugde is van korte duur, want na deze top komt een nog iets hogere top (1032) en daarna een top die nog iets hoger is (1042).



Hoe hoger, hoe leger, tussen Skei en Skeikampen


Peer Gyntvegen

Maar dan ga ik echt dalen, tegen een ijskoude wind in dat wel, maar ik hoef maar zachtjes mee te trappen. Ik begin langzaam te verkleumen zo zonder handschoenen en op sandalen. Maar dan, bij Fagerhøy wijzigt de koers van NW naar NO en ik krijg de wind in de rug. Ik moet weer een stukje klimmen, maar dat doet de wind nu voor me en ik schiet omhoog. Daarna volgt een heerlijke 15 km lange afdaling met wind in de rug over een gravelweg. Ik knijp constant in de remmen en af en toe stop ik op een plekje uit de wind, om wat te eten. Over koffie hoor je me niet meer, dat heb ik opgegeven. Gisteren dronk ik een kop koffie in het hotel, vandaag is er gewoon nergens koffie op de route.

Aan het eind van de afdaling in Lia is het nog tien kilometer naar Ringebu en vlak voor de brug naar Ringebu staat een bord, wegafsluiting rij om via Fåvang. Natuurlijk fiets ik gewoon door, maar ik stuit op een onneembare barrage van stalen hekken en betonblokkken voor de brug die opgeknapt wordt. Eén blik op de kaart leert dat omrijden over Fåvang zelfmoord is, dan kan ik beter hier in de rivier springen en naar de overkant zwemmen met mijn fiets. Dus ik mopperend 10 kilometer terug naar Lia en daar over de brug en dan parallel aan de snelweg naar Ringebu. En zo eindig ik niet op de camping van Ringebu, maar in een hutje op de camping in Frya op 50 meter van de E6 en pal aan de route die ik morgen ga fietsen. Hé wat grappig zegt de mevrouw van de camping, gisteren had ik ook al twee Nederlanders die niet naar Ringebu konden.


Om deze foto te maken, moest ik al over een hek klimmen


Gefietste afstand: 58,6 km
Gefietste tijd: 5,5 uur
Afstand tot de Noordkaap langs de meridiaan: 1.267 km

21-6 Atnbrua

Gisterenmiddag had ik voor het eerst het idee, ja nu kom ik in de omgeving waar ik naar op zoek ben. Stille wegen, hoogvlaktes met mooi hard licht, knalblauwe meertjes en bos. ‘s Avonds had ik geen zin om 8 km naar de winkel te fietsen, dus ik at een zak survival food, pasta met paddestoelen. Die zak was al heel wat vakanties meegegaan en liep tegen zijn uiterste houdbaarheidsdatum aan, dus dit was een goed moment. Toe nam ik een bakje Griekse yoghurt, dat is de enige naturelyoghurt die je hier in kleine hoeveelheden kunt krijgen.

Als ik wakker word, is het rond zessen. Ik ontbijt op mijn gemakje, lees nog wat en stel het vertrek nog een beetje uit. Vandaag moet ik 800 meter achter elkaar klimmen over een lengte van 14 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 10%. Het is een lange saaie kronkelweg met bomen aan weerszijden. Ik doe een uur over de eerste 300 meter omhoog, afwisselend lopend en fietsend. Om de paar minuten stop ik om de ademhaling weer te kalmeren. Als ik zwarte vlekken voor mijn ogen krijg, is er blijkbaar een gevecht gaande russen hoofd en benen om de beschikbare zuurstof, in elk geval is dat een signaal om wat langer te rusten. Maar rusten doe ik zo min mogelijk, want hoe meer ik zweet des te meer vliegen ik aantrek, die cirkeltjes om mijn hoofd draaien. Eigenlijk gaat alles zoals ik me had voorgesteld, op de vliegen na. Zouden die vliegen misschien ruiken dat ik hier het loodje ga leggen en zoeken ze alvast het beste plekje uit om straks aan het lijk te beginnen?


Nog een laatste blik omlaag

Ik word voortdurend ingehaald door busjes, campers en auto’s met bakkies er achter. Die zouden best even kunnen stoppen om een lift aan te bieden aan een creperende bejaarde, maar iedereen raast voorbij. Of zou dat vanwege die vliegenzwerm om mijn hoofd zijn? Ik ga nog even in het gras liggen voor wat later het laatste helllinkje blijkt te zijn en even later passeer ik al fietsend en niet lopend(!) het bord Venabufjellet. Drie tegemoetkomende Noren op de racefiets steken hun duimen omhoog en roepen Yeah! It has been a long climb, roep ik. Yes but now you are on the top, lachen ze. En zo is het. Even later openbaart zich een fantastisch uitzicht over de kale hoogvlakte met in de verte besneeuwde bergtoppen. Ik zet ze op de foto maar of er wat te zien valt?

Uiteindelijk heb ik bijna drie en een half uur gedaan over 12 km, maar nu heb ik ook wat verdiend, een enorm stuk chocoladetaart en een cappuccino. Vraag niet wat het kost, ongeveer een tientje dus. Waarschijnlijk zit er hoogtetoeslag op deze prijzen. Even kom ik in de verleiding om ook maar meteen een hamburger van 20 euro te bestellen, maar als ik naar buiten kijk, denk ik nee, het is prachtig weer, de zon schijnt en ik ga picknicken.


Het kan dus wél, koffie en taart op de top van de berg

Als ik een leuk picknickplekje gevonden heb, iets van de weg af op een zonverwarmd rotsblok, word mijn aandacht na een paar minuten getrokken door een groepje schapen dat vanuit de verte in een rechte lijn op me afkomt. Ze steken vlak voor een auto de weg over, die vol in de remmen moet en even later word ik omringd door schapen die op agressieve wijze proberen het brood uit mijn handen te stelen. Als ik ze wegjaag, zetten ze koers naar mijn fiets en steken hun koppen in de open fietstas met eten. Er zit niks anders op dan de schapen opzij te duwen en er vandoor te gaan om ergens anders verder te eten. Het klimmen gaat nu heel geleidelijk en uiteindelijk zit ik op de 1070 meter. Daarna is het een lange afdaling naar de camping van Atnbrua, waar ik aan een bruisend riviertje een plekje krijg.




Afstand: 44,5 km
Tijd: 5,5 uur
In een rechte lijn naar de Noordkaap: 1.232 km

22-6 Dalholen

En dan heb ik gisteren voor het eerst zelf gekookt. Een tweepersoonspak tortelloni gevuld met ham en kaas, gebakken uitje met champignons en een vleestomaat.

Het stikte gisterenavond van de muggen en de knutjes, ik dacht altijd dat je die niet zag bij stromend water, maar ze doen het hier uitstekend. Dat belooft nog wat voor het hoge Noorden! Omdat het gisteren de langste dag was, had ik hooggespannen verwachtingen van de avond. Maar iedereen ging gewoon door met TV kijken, afwassen, klaverjassen en vissen. Tegen middernacht lag iedereen in bed op twee zwijgende oude vrouwen bij hun hutje na. So much for a midsummernights dream!

Vanmorgen staat de zon om zes uur al volop te branden op de tent, dus ik hijs me overeind en ruim de boel op. Ik ga rustig van start, mijn spieren zijn nog helemaal verzuurd van gisteren lijkt het, langaam rondtrappen maar. Maar niet te langzaam, want dan val ik ten prooi aan grote zwarte vliegen met rode oogjes. Die landen op mijn kleding, zodat ik ze niet voel en jensen daarna een angel dwars door de stof in je huid.
Ik vind dat mijn fiets niet lekker trapt, teveel vibratie in de riem. Als ik de boel onderzoek, zie ik dat het achterwiel niet helemaal goed uitgelijnd is. Ik besluit dan niet zo heel ver te fietsen vandaag en de laatste camping voor de volgende lange klim te nemen.


Rondane gebergte

Als ik bij een picknickplaats even stop, komt er een Fransman tevoorschijn die ik gisteren ook al ontmoette bij het restaurant op de top. Hij had gisteren de camping gemist en heeft overnacht onder het afdak van de toiletten hier, te moe om zijn tent nog op te zetten. Om een uur of twaalf ben ik in Foldal en daar is een supermarkt met, zoals bij de meeste dorpssupermarkten, een paar picknicktafels. En wie komt er net naar buiten met een verse lunch? Jawel, diezelfde Fransman. We lunchen samen en hij heet dus Mathieu. We houden allebei een reisverslag bij, maar het leuke is dat hij dat heel ouderwets in een boekje doet. We wensen elkaar opnieuw een goede reis en ik vertrek richting Dalholen. Mathieu gaat nog 70 km verder (ter geruststelling, waarvan 40 km afdaling).

In Dalholen neem ik een hut en kan ik lekker aan de fiets prutsen en koken. Naast me bivakkeert een Kroatisch echtpaar met zoon en Amerikaanse schoondochter, die laatste twee hebben vorig jaar de VS van oost naar west doorkruist op de fiets met een hond in een karretje erachter. Ik krijg het achterwiel er een stuk netter in, ben benieuwd of het zo blijft, het lijkt alsof de uitvalas niet helemaal goed in de achtervork zit. Als ik een testritje ga maken, wie staat er dan langs de weg op zijn telefoon te kijken? Juist, Mathieu!

Afstand: 53,5 km
Gefietste rijd: 4,5 uur
Afstand tot de Noordkaap als je er een tunnel naar graaft: 1.210 km

23-6 Driva

Het werd gisterenavond bijna dezelfde maaltijd als de dag er voor, het aanbod in de dorpssupermarkt was niet denderend. Wel hadden ze naturel yoghurt, daar kon ik met frambozen een lekker toetje van maken. Het bier heb ik maar laten staan, het is hartstikke duur en ik mis het niet. Straks in Trondheim is het misschien het moment voor een biertje om het einde van de etappe te vieren. Vannacht heb ik heerlijk geslapen in deze hut. Gisterenmiddag was ik moe en hangerig, ik denk ook vanwege alle temperatuurswisselingen. Het ene moment zweet je als een otter in de brandende zon terwijl je tegen de helling op zwoegt, even later schuift er een wolk voor de zon en daal je af in ijskoude wind. Ik lees het laatste deeltje Terry Pratchett op mijn e-reader uit. Een heel originele, maar zeldzaam vermoeiende stijl van fantasy. Ik wil beginnen aan A tramp abroad van Mark Twain, maar Mark Twain wil niet. Ik heb de epub gedownload van het Gutenberg project, maar het bestand is zo groot dat mijn ereader er op vastloopt. Zijn de meeste boeken onder de 1 mb, deze is iets van 20. Dat is jammer, ik had me er op verheugd. Dan maar good old Murakami, 1q84, dat is zo’n goed geschreven verhaal, zowel stilistisch als qua plot, waar zoveel in zit, dat lees ik graag nog een keer.

Ik vertrek vroeg vandaag, dan heb ik de weg nog voor mezelf. Het is eerst nog 20 kilometer lang geleidelijk stijgen naar Hjerkin. De lucht is grijs en het is nog koud.

Als ik bijna aan het einde van de klim ben, zie ik een bordje langs de kant van de weg, kerk open. Je moet dan even langs een steil gravelpaadje omhoog, maar dan heb je ook wat. Een klein kerkje of misschien beter gezegd een kapelletje uit 1969 op een plek waar al sinds de 7e eeuw af en aan kerkjes hebben gestaan. Je wordt er ontvangen door twee vrijwilligers, twee hele aardige dames, de koffie en koekjes staan klaar. De ene is een aantal jaar geleden van Kopenhagen via Zweden naar de Noordkaap gefietst via de route die ik voor de terugweg heb uitgezocht. Op mijn vraag naar haar ervaringen met de muggen in Lapland, vertelt ze dat daar eind augustus was, als de eerste nachtvorst geweest is, dan zijn de muggen al weer weg. Ik ben een beetje te vroeg om daarvan te kunnen profiteren. Ik maak een mentale notitie.



Hoogste punt van vandaag

Maar nu moet ik nog 40 kilometer langs de E6, een drukke tweebaans weg. Die is niet alleen populair bij de Noren zelf, maar ook bij de Ferrari-, Porsche- en MG-clubs zo te zien, evenals bij motorclubs en natuurlijk de eeuwige campers. Het gevaar zit in die laatste categorie. De Noren zijn zeer voorzichtige rijders, die halen me echt niet in als het niet kan. Maar die buitenlanders, lees Nederlanders en Duitsers, die hoor je denken, terwijl de buitenspiegel langs je schouder schampt, “kan die man niet ergens anders fietsen?”. Toch is dit een gewone provinciale weg, waar iedereen gebruik van maakt. Naarmate we meer dalen, vernauwt de kloof zich tot een trechter waar de weg, de spoorbaan en de rivier doorheen moeten.




Dan weet je nu ook hoe lang een Noorse mijl was

In Kongsvoll staat een houten herberg langs de weg, ik ben hartstikke koud van het afdalen zonder te trappen en daas van alle verkeer. Doet u mij maar een cappuccino van 5 euro met een stukje cake met creme van 6,5. Ik aarzel lang over een tweede koffie, want deze prijs/kwaliteit verhouding is stuitend. En toch doe ik het, gewoon omdat het hierbinnen zo lekker warm is.

De E6 is niet breed

Na Kongsvoll is het nog anderhalf uur dalen en soms weer stijgen naar Driva. Daar verbreedt het dal zich en er is een camping met hutten. Ik ga nog een nachtje op chique en huur een kabouterhutje. Tenminste, zo lijkt het, maar de eigenaar weet te vertellen dat de hut gebouwd is in de stijl van een voorraadschuur.

Afgelegde afstand: 59 km
Gefietste tijd: 4,5 uur
Afstand langs een lineaal naar de Noordkaap: 1.180 km (maar dan ben ik nu virtueel op de helft!)

24-6 Frillsjøen

Gisterenavond at ik weer een zak leeg, het was zondag en boodschappen kon je 11 km verderop doen. Ik ben trouwens overgestapt op een duurder merk zak, de Firepot, en dat proef je wel. Je krijgt meer en het is akelig voedzaam!

Nog 27 dagen en dan landt Mayke in Trømso, ik zit vooralsnog goed op schema. Het is raar om elkaar zo lang niet te zien, gelukkig bellen we regelmatig en appen we elkaar elke dag. Gesprekken uit verschillende werelden voeren we. Als Mayke zegt, morgen heb ik de hele dag vergaderingen, ik zie er tegen op dan zeg ik o heerlijk vergaderen met allemaal mensen en kopjes koffie aan een tafel. Zeg ik, morgen weer een zware klim, wanneer is dat nu eens afgelopen, dan zegt Mayke o heerlijk klimmen en zo verlangt ieder naar datgene wat de ander liever vermijdt.

Gisteren aan het eind van de rit stond mijn achterwiel weer een tikje scheef, ik heb nog eens goed gekeken naar de filmpjes op de website van de Vakantiefietser en ik hoop dat het nu wel OK is. Zo niet, dan zal ik ze morgen wel even bellen om advies. De ophanging van het achterwiel is niet zo simpel als bij een gewone fiets. Voorzover ik het nu begrijp, hangt het wiel in twee schijven en die schuiven in de vork. Als je het wiel stelt, stel je dat binnen de de schijven, dus de uitvalas laat je gewoon vast zitten.

Op de camping sprak ik gisteren een Duitse jongen, begin twintig, gebouwd als een tank, vertrokken uit München en die doet minimaal 120 kilometer per dag hier. Hij rijdt van hier in één keer naar Trondheim, dat is nog 140 kilometer en ik doe er twee dagen over. Hij had wel een slimme vraag vanmorgen, als je toch zo rustig fietst, waarom sta je dan zo vroeg op? Ik zei, tja ik ben tussen half zes en zes gewoon klaarwakker. Oh zegt ie, als ik mijn wekker niet zet, slaap ik tot tenminste half tien. Dan kan ik wel een heel verhaal gaan houden over leeftijd en ouderdomskwalen, maar ik kan hem beter feliciteren met zijn ongestoorde nachtrust. In de ochtend zit hij in de keuken havermout met water te eten met een beker oploskoffie. Ik wens hem een goede reis en vertrek. In Oppdal pin ik voor het eerst geld. Aanleiding is dat ik van de week geen cash had om een donatie te doen aan het kerkje en dat sommige onderkomens waar ik langs kom, alleen cash accepteren.

In Oppdal zit trouwens een hele hippe bakker met ontzettend goed bruin brood en goede koffie. Als ik daarna boodschapen ga doen bij de KiWi, kom ik die Duitser weer tegen. Om hem te plagen wijs ik hem op de bakker met die lekkere koffie. Maar nee, hij heeft zijn koffie al gehad! Tot het eind van de ochtend is het weer klimmen, maar eerst bezoek ik nog een prehistorisch grafveld, een van de grootste van Noorwegen. Totdat de kerk het verbood, was het goed gebruik om op de grafheuvel van je voorouders te gaan zitten mediteren als je goede raad nodig had. En de echte professionals konden de doden zelfs uit die grafheuvels laten opstaan om ze te raadplegen. Helaas is die vaardigheid verloren gegaan als gevolg van de kerstening en nu liggen de heuvels er als een toeristische bezienswaardigheid bij.


Grafveld

Gelukkig is het klimtraject van 7 kilometer iets minder steil dan de voorgaande, dus ik kan alles fietsend af. Daarna volgt een prachtige lange afdaling over een lengte van 20 kilometer, dus dat schiet tenminste een keertje op! Lunchen doe ik bij de supermarkt van Nerskogen waar ze ook een cafe hebben. Ik neem gebakken eieren met spek, wat een feest! Daarna is het nog veel meer dalen, over een gravelweg tot ik van 980 op 190 meter ben aangeland. Daarna is het vlak fietsen tot aan Meldal en dan komt er nog een klim van twee kilometer. Die zag ik aankomen, maar toen moest ik (verrassing) nog drie kilometer extra klimmen over een gravelweg naar de camping van Frillsjøen. Hier heerst volmaakte rust en ik heb zicht op een bergmeer. Morgen nog 60 kilometer naar Trondheim.



In de serie van de kortste plaatsnamen ter wereld


Het meertje

Gefietste afstand: 83,1 km
Gefietste tijd: 7 uur
Afstand tot de Noordkaap volgens de GPS: 1.122 km

25-6 Trondheim

Gisterenavond werd het weer eens pasta met ham en kaas, aangevuld met verse groenten. Ik wil wel wat anders, maar ik wil niet meteen een kilopak pasta of rijst moeten kopen en in die kleine supermarktjes hier is het aanbod maar beperkt.

Als ik opsta, is het doodstil aan het meer, zelfs het water beweegt nauwelijks. Het is zulk helder weer dat je voelt dat het alweer een warme dag gaat worden. Ik moet eerst weer terug naar de weg en daarna richting Løkken Verk. Daar is weer iets met een wegafsluiting, dat zag ik gisteren al, maar volgens de mevrouw van de SPAR kon je er op de fiets wel langs. Als ik daar aankom, blijkt de halve weg weggegleden langs de helling en ze zijn bezig met herstelwerkzaamheden. Er staat een hek en een pijl met de omleiding, die is een kleine 40 km schat ik zo. Dus ik fiets om het hek heen en rij heel rustig naar de werklui, als die me zien, gebaren ze van ga er maar langs. Zo, opgelost!


Oude spoorlijn iets voorbij Lokken Verk, achter mij verdwijnt ie de berg in

Naarmate ik dichter bij de kust kom, wordt de lucht vochtiger en tegen de middag ben ik bij een fjord, niet zo’n spectaculaire maar een hele gewone met mooie glooiende hellingen er omheen. Het lieflijk gekwinkeleer van de bosvogeltjes is inmiddels overgegaan in het akelig gekrijs van meeuwen, waar nog maar af een toe een bedeesd piepje van een mus doorheen klinkt. Het wordt een hele mooie fietstocht langs het water, telkens een meter of 30 omhoog en dan weer afdalen. De route is ook populair bij de Vikingsun tour een Duitse variant van de Carbage run. Het laatste stuk naar Trondheim valt nog niet mee, het is weer een lang stuk klimmen in de zon en daarna ben je opeens in het lawaai en de drukte van de grote stad.


Orkanger


Lunchen aan de fjord

In de strijd tegen het plastic vind je een tweedelig bamboelepeltje bij je yoghurt

Ik heb een hotel in het (toeristische) centrum en mag de fiets in de luggageroom zetten. Na het wassen van mijn truien is de zeep op, dus ik ga op zoek naar een drogist of ecologische supermarkt. Laten ze dat concept nou helemaal niet kennen? Nou ja, dan eerst maar eens wat eten.


Ook de moeite waard: de putdeksels in Trondheim

Afstand: 78,6 km
Tijd: 6 uur
In een rechte lijn naar de Noordkaap is het nog 1.072 km